„Het gaat in een hoog tempo”, zei informateur Sybrand Buma (CDA) op donderdag, aan het einde van de middag. Die dag had hij samen met de vier onderhandelaars van D66 en CDA met experts van buiten gepraat over defensie en veiligheid. De hele dag had hij in de afgesloten formatieruimte van de Tweede Kamer gezeten; buitenlucht, zei hij, zag hij niet. Maar ondanks een gebrek aan zuurstof was de enige overgebleven informateur optimistisch. „Het meeste ligt al vast.”

De hele week kwam een parade aan deskundigen en belangengroepen voorbij. Het moest deze week gaan over de „positieve agenda” voor Nederland, waar beide middenpartijen naar eigen zeggen aan werken. Die agenda kent vijf onderdelen. Migratie, wonen, economie, stikstof en defensie: daarover moest het deze week gaan.

Die gesprekken met mensen van buiten dienden niet echt een inhoudelijk doel. Buma gaf donderdag toe dat wat zij vertelden al grotendeels bekend is. Hun bezoekjes zijn eerder een signaal naar de buitenwereld, zo lijkt het: wij nemen maatschappelijke organisaties en deskundigen serieus en wegen hun oordeel mee in de formatie. In die zin lijken D66 en CDA vooral te willen breken met een politiek tijdperk waarin Den Haag veel met zichzelf bezig was en niet zocht naar draagvlak van buiten. Hier is, kortom, het politieke midden weer aan het werk.

Twee formaties tegelijk

Zo zijn er op dit moment eigenlijk twee formaties tegelijk gaande. Er is een formatie waarin D66 en CDA in alle stilte schrijven aan een gezamenlijk document. Dat moet aan het einde van de informatieperiode van drie weken klaar zijn, en dat proces ligt op schema, zo valt op te maken uit de woorden van Sybrand Buma.

Er zijn, als je goed kijkt, weliswaar grote verschillen tussen beide partijen, bijvoorbeeld op het gebied van asiel en migratie. Zo wil het CDA verder gaan dan D66 met strenger asielbeleid, en dat zal onder meer een thema worden als de Eerste Kamer zich buigt over de asielnoodmaatregelenwet van het nog zittende, dubbeldemissionaire kabinet-Schoof. Het CDA wil juist weer minder ver gaan dan D66 in het stikstofdossier, een ander onderwerp dat deze week uitvoerig besproken werd. Maar beide partijen hebben de wil om er samen iets van te maken, en dan maken zulke verschillen ook weer niet zó veel uit.

Het echte probleem van deze informatieperiode is de rol van de VVD. Want het kan makkelijk praten zijn tussen deze twee partijen, er zal uiteindelijk een derde of vierde partij bij moeten. Dan ligt de VVD (22 Kamerzetels) als coalitiepartner het meest voor de hand, maar de partij stelt zich tot nu toe onbeweeglijk op: partijleider Dilan Yesilgöz wil niet in een kabinet waarin ook GroenLinks-PvdA komt, en maakt zo de voorkeurscoalitie van D66, de grootste partij, onmogelijk. Dat dat ‘nee’ meer was dan alleen campagneretoriek, hebben ze bij D66 en het CDA inmiddels ook door.

Waarschuwing

Het signaal dat Rob Jetten (D66) en Henri Bontenbal (CDA) deze dagen vooral aan de VVD geven, is een waarschuwing. Hoe langer jullie een meerderheidscoalitie met GroenLinks-PvdA blokkeren, is de boodschap, des te nadeliger is dat voor jullie. Want wij bereiken met grote stappen overeenstemming, al vóórdat jullie uiteindelijk aan mogen schuiven in een tweede informatiefase. Yesilgöz gebruikte het vertrek van informateur Hans Wijers (D66), die haar in een app ‘feeks’ had genoemd, als een manier om haar positie in de formatie te versterken. Zet mij maar aan tafel, was de subtekst van haar X-berichten hierover, dan praten we nergens meer over. Dat gebeurde niet. Er was alleen een verzoenend kopje koffie tussen de drie partijleiders.

Uiteindelijk is de huidige situatie vooral moeilijk voor de VVD. Die partij heeft de laatste jaren altijd mee mogen onderhandelen en ziet dat dat voorrecht verdwenen is. Ook blijkt de gunfactor voor de VVD in bredere zin weg. Dat bleek onder meer uit de verkiezing van een nieuwe Tweede Kamervoorzitter, afgelopen dinsdag.

Goed: de winnaar, Thom van Campen, is een VVD’er. Maar het proces vertelde een ander verhaal. De verkiezing kwam pas na drie stemrondes tot een ontknoping. Tegenkandidaten Martin Bosma (PVV, 66 stemmen) en Tom van der Lee (GroenLinks-PvdA, 43 stemmen) haalden aanvankelijk meer stemmen dan Van Campen (39 stemmen). D66’ers hadden overwegend op Van der Lee gestemd, CDA’ers op Bosma.

Die uitslag, met name het onverwacht hoge aantal stemmen voor Bosma, maakte veel los in de plenaire Kamerzaal. D66’ers realiseerden zich: na de volgende ronde valt de derde kandidaat af. En als Van der Lee en Bosma het tegen elkaar moeten opnemen, zal Bosma het winnen. Daarom stapte een groot deel over naar Van Campen. Maar van harte ging het niet, hoewel hij een populair Kamerlid is.

Campagnestand

Er was gejuich te horen in de VVD-bankjes na Van Campens overwinning. Maar de stemming toonde aan dat het voor de VVD allemaal niet meer vanzelf gaat. Bij de andere partijen, en zeker bij D66 en CDA, vinden ze dat de VVD te lang in de campagnestand blijft zitten.

Je kan het ook anders zien: de VVD komt uit een politieke werkelijkheid waarin niet-samenwerken juist de norm was. Het kabinet-Schoof (PVV, VVD, NSC en BBB) was een politieke freefight, waarbij altijd het recht van de sterkste gold. Dilan Yesilgöz was een prominent gezicht van dat politieke experiment. En de situatie bij de VVD (een licht verlies, ondanks veel slechtere peilingen) staat een echt debat over de koers in de weg.

De nieuwe toon in Den Haag, opgelegd door D66 en CDA, heeft een hang naar een inmiddels ver verleden: de tijd dat partijen elkaar dingen gunden en samenwerkten. Hier botsen twee politieke culturen.

De boodschap van Jetten en Bontenbal was deze week: er is een nieuwe tijd aangebroken. Maar het besef dat langzaam bij D66 en CDA doordringt, is: het is Yesilgöz menens.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.