Een stortvloed aan mails en veel opzeggingen: NRC had informateur Hans Wijers ten onrechte gevloerd met „bedroevende journalistiek”, of erger met „riooljournalistiek zonder weerga”. De redactie kwam vanaf vorige week vrijdag vol onder vuur te liggen voor het journalistiek handelen rond de berichtgeving over D66-informateur Wijers. Die had volgens een artikel dat donderdagmiddag werd gepubliceerd VVD-leider Dilan Yesilgöz „een leugenaar” genoemd – iets dat later publiekelijk werd betwijfeld – en volgens een artikel een dag later in een eerder app-bericht zelfs een „feeks”. Voor dat laatste stuk verscheen, was Wijers al opgestapt als informateur.

In de lezerspost en op sociale media kreeg NRC er flink van langs. Lezers vroegen, nee eisten, een stevige evaluatie van de ombudsman. Terecht. Wat is hier gebeurd? Hoe handelde de redactie? Welke afwegingen zijn wel en niet goed gemaakt? Een evaluatie op basis van gesprekken met betrokkenen op de redactie: drie dagen journalistiek koorddansen waarbij NRC elke dag pijnlijke fouten maakte.

Donderdag 13 november

Om 17.05 uur verscheen op de website van NRC het nieuwsbericht dat de net benoemde informateur Hans Wijers op verkiezingsavond op een podium bij een borrel zijn voorkeur had uitgesproken voor een breed middenkabinet, dat hij VVD-leider Dilan Yesilgöz een leugenaar had genoemd en dat hij baalde dat de VVD door de kiezer niet harder was afgestraft. Er stond: NRC sprak met veertien aanwezigen van wie meerdere mensen, los van elkaar, de uitspraken bevestigen. Daarnaast beschikt NRC over een filmopname van één van de uitspraken van Wijers. En: In de rest van zijn bijdrage noemde Wijers VVD-leider Dilan Yesilgöz volgens meerdere aanwezigen „een leugenaar”. „Dat weet ik zelfs heel zeker”, zegt Frank Leijdesdorff, voormalig partner van advocatenkantoor Loyens & Loeff. „Ik vond het ongepast, juist ook gezien de wens van D66 om minder op de man te spelen.”

Hoe kwam dit bericht tot stand? De oorsprong van dit verhaal was niet een tip, en al helemaal niet een vooropgezet plan om Wijers te beschadigen. Daar heb ik geen enkele aanwijzing voor. Verslaggever Hugo Logtenberg, lid van de onderzoeksgroep, vond het woensdagmiddag opvallend dat D66 de 74-jarige Hans Wijers naar voren had geschoven als informateur. Een man die naam had gemaakt als minister van Economische Zaken in Paars I (1994-1998), die bekend stond als rechtse D66’er en helemaal uit de politiek was verdwenen. Opmerkelijk dat ze bij hem zijn uitgekomen, dacht Logtenberg. Daarom ging hij in zijn netwerk rondvragen over de keuze voor Wijers. Zo hoorde hij dat de oud-minister op verkiezingsavond op een ondernemersborrel in Amsterdam, georganiseerd door mediaondernemer en D66-donateur Willem Sijthoff, uitspraken had gedaan over zijn voorkeurscoalitie. Dat leek relevant: sterke inhoudelijke opvattingen van een informateur kunnen van belang zijn in het proces waaraan hij sturing geeft. Daarom begon Logtenberg donderdagochtend, samen met de Haagse redacteur Marko de Haan, te bellen met mensen die aanwezig waren geweest.

De uitspraak over „een leugenaar” was door twee van de veertien bronnen gehoord

Zo kregen ze donderdag veertien mensen aan de lijn, maar niet allemaal bevestigden ze de uitspraken. Sommigen hadden zelfs helemaal niets gehoord van wat er op het podium was gezegd. De uitspraak over „een leugenaar” was door twee van de veertien gehoord, van wie alleen Frank Leijdesdorff, oud-partner van Loyens & Loeff, met naam kon worden geciteerd. Een derde persoon had wel een uithaal naar Yesilgöz gehoord maar herinnerde zich de exacte woorden niet. De uitspraak over de VVD die een harde klap had moeten krijgen, werd door drie andere mensen bevestigd. Nog weer twee personen hadden gehoord dat hij zich heel negatief over de VVD uitliet. Dat hij een voorkeur had voor een breed middenkabinet, en niet de centrumrechtse variant met JA21, stond op een filmopname die de verslaggevers hadden gekregen. In de loop van de middag besloten de verslaggevers dat dit voorgelegd kon worden aan Wijers. Logtenberg belde een woordvoerder van D66 en vertelde hem over de drie uitspraken op het podium, dat NRC van de uitspraak over het brede middenkabinet een filmopname in bezit had én citeerde daaruit. Hij zette zijn vragen daarna in een mail, verstuurd om 15.24 uur, waarin in het midden bleef wat precies op de filmopname stond.

De hoofdredactie wilde Wijers in ieder geval tot 18.00 uur de gelegenheid geven te reageren. Hij kwam via zijn woordvoerder om 16.51 uur met een reactie: „Ik heb me daar niet goed uitgedrukt. Ik ben van mening dat de VVD een partij is die jarenlang effectief heeft bijgedragen aan het bestuur van ons land, en mevrouw Yesilgöz een partijleider is met een solide staat van dienst.  Tijdens dit proces ligt het voor de hand dat ik vooral contact heb met de heren Bontenbal en Jetten. Mocht mevrouw Yesilgöz op enig moment een rol gaan spelen, dan zal ik haar met open vizier benaderen. Mijn eerdere uitspraken neem ik dan ook terug en daarover heb ik persoonlijk contact met haar gezocht.”

De verslaggevers vatten dit – terecht – op als een bevestiging van alle drie de uitspraken die waren voorgelegd. Het bericht kon dus worden gepubliceerd. Maar de regie over de publicatie was rommelig. Pas in de loop van de middag werd de plaatsvervangend chef in Den Haag inhoudelijk betrokken, net als de hoofdredactie.

Het nieuwsfeit was zeker relevant om te melden, . Hier had de leiding nadrukkelijker moeten zeggen: rustig aan, zorgvuldigheid boven alles. had te weinig inzicht in het bronnenmateriaal. Dat er twee aanwezigen de leugenaar-uitspraak hadden gehoord, had gemeld moeten worden, in plaats van „meerdere”. Dat er op deze manier werd geschreven over veertien aanwezigen die NRC had gesproken was ronduit onhandig, sommigen hadden immers helemaal niks gehoord.

Ook ontbrak een uitleg waarom de filmopname niet kon worden getoond. Dat was uit bronbescherming, maar dat werd de lezer onthouden. Een betere eindredactie en vragen aan de verslaggevers hadden dit kunnen voorkomen. Zo’n onthullend bericht vereist nauwkeurigheid. Overigens, één belangrijk detail in het stuk lijkt veel latere critici te zijn ontgaan: er staat duidelijk in wat precies op film staat, namelijk de uitspraak over Wijers’ voorkeur voor een middenkabinet.

In de persconferentie zei Wijers dat hij zich niet alles herinnerde – anders dan in de verklaring die hij naar NRC had gestuurd – maar ook dat zijn uitspraken „ongepast” waren geweest. Daar sloeg Logtenberg op aan, want hij had een app in handen waaruit bleek dat de uitspraken niet op zichzelf stonden, maar die app wilde hij nog verifiëren. Op het artikel kwam geen noemenswaardige kritiek. Tot vrijdagochtend.

Vrijdag 14 november

Verslaggever Hugo Logtenberg ging verder met de zaak en de app. Die had Wijers ergens in de zomer aan Sijthoff gestuurd. Daarin sprak hij zijn steun uit voor het initiatief ‘Stem voor Stabiliteit’, een ondernemerscampagne voor een middenkabinet van D66, CDA en VVD. Wijers wilde wel meedoen, zo schreef hij in de app, als ook zou worden gepleit voor het aanhaken van GroenLinks-PvdA. „Wat ik uit de laatste peilingen opmaak, is dat de 4 centrumpartijen, dus PvdA/Gl met moeite net iets over 50% komen. We moeten ons inzetten voor zo’n combinatie, met de 3 die jullie voorstellen komen we op circa 1/3. We moeten juist de deur openzetten naar Timmermans, dan doe ik mee, we moeten hem naar het centrum trekken en ook die feeks van de VVD”.  

Die app vond Logtenberg relevant omdat die aantoonde dat Wijers zich eerder negatief had uitgelaten over Yesilgöz. Donderdag had Wijers de indruk gewekt dat het een eenmalige uitglijder was geweest. Logtenberg wilde de authenticiteit van de app vaststellen en zich ervan vergewissen dat zijn bronnen niet bekend zouden worden bij een eventuele publicatie.

Maar rond half tien zorgde Eric Smit, oprichter van onderzoeksplatform Follow the Money, met een LinkedIn-post voor een grote mediadynamiek. Hij beweerde dat niet Wijers maar hijzelf Yesilgöz een leugenaar had genoemd toen hij de oud-minister op de bewuste avond had ondervraagd. Althans, dat wist hij „vrijwel zeker”. Dat herhaalde hij een half uur later op Radio 1. Bij de NRC-redactie kwamen daarna tientallen mailtjes binnen, met vragen en kritiek.

Op de redactie ontstond meteen veel discussie of het verhaal van Smit gemeld moest worden, en zo ja hoe. Er werd snel besloten er niks mee te doen, maar daar werd later niet meer goed over gediscussieerd. Logtenberg was druk en zou mogelijk met iets nieuws komen. Dit was achteraf een misser: Smit had gebeld moeten worden en als hij zijn publieke getuigenis zou handhaven, kon dit niet worden genegeerd. Want voor de buitenwereld was het NRC-nieuws aan het wankelen.

Intussen was Logtenberg zo ver om Wijers vragen te stellen over de app. Of die geopenbaard zou worden stond nog niet vast, dat hing af van hoe Wijers zou reageren. Logtenberg mailde om kwart over twaalf een reeks vragen aan de woordvoerder van de informateurs. Met de toevoeging: „Gezien de urgentie en de actualiteitswaarde sinds de gebeurtenissen van gisteren hoor ik graag voor 14:15 uur van je.”

Wijers trok snel zijn conclusie: hij stapte op. Om kwart voor twee gaf hij een verklaring: „Ik ben vandaag door NRC geconfronteerd met uitspraken die ik in een privé appje ruim voor de verkiezingen heb gedaan. In dat 1-op-1 bericht heb ik spontaan uitspraken gedaan die je weloverwogen nooit zou doen.” Zijn positie als „onbevangen informateur” was geschaad.

Nu ontstond net als een dag eerder druk om snel te publiceren. Opnieuw te snel: binnen een half uur stond het artikel online. Er sloop weer een cruciale onzorgvuldigheid in het verhaal. Er staat: „Het gaat om een appbericht van D66’er Wijers aan onder meer mediaondernemer Willem Sijthoff in aanloop naar de verkiezingen.” Dat ‘onder meer’ klopt niet. Het was wel een een-op-een-bericht, maar het is daarna door Sijthoff gedeeld met zijn drie mede-initiatiefnemers van Stem voor Stabiliteit. Daardoor raakte de app bij een grotere groep bekend. Het was dus Sijthoff die in eerste instantie de vertrouwelijkheid had geschonden.

Dat laatste speelt mee in de weging om al dan niet te publiceren over het app-bericht. Want daar ontstond bij lezers, op sociale media en binnen de journalistiek de meeste discussie over. NRC citeert wel vaker uit een-op-een-berichten tussen politici zonder enige ophef. Maar nu ging het om een informateur van D66-huize die het stabiele kabinet moest smeden waar een groot deel van de kiezers naar smacht. Terwijl deze app aantoont dat Wijers betrokken was bij een initiatief voor politieke beïnvloeding door ondernemers, de uitspraak was niet in een privésituatie gedaan. En dat hij zich zacht gezegd nogal vrouwonvriendelijk had uitgelaten over een belangrijke politica. Rob Jetten, de leider van zijn partij, had bovendien altijd fel afstand genomen van Geert Wilders die zijn voorganger Sigrid Kaag dikwijls ‘een heks’ noemde en had opgeroepen om minder op de persoon te spelen.

Om deze redenen vind ik, in weerwil van een groot deel van de driehonderd lezers die de ombudsman mailden, dat bij een afweging van verschillende belangen publicatie van de app gerechtvaardigd was. Wel was het beter geweest dat dit was gebeurd binnen een groter verhaal over die ondernemerscampagne en de rol van Wijers daarin. Dat was, naast de feeks-tekst, zeker relevant in het kader van zijn rol als informateur. Maar daar was vrijdagmiddag om kwart voor twee een einde aan gekomen.

Zaterdag 15 november

De publicatie over het vertrek van Wijers en de app aan Sijthoff kwam prominent in de zaterdagkrant. Met nog steeds niks over de beweringen van Eric Smit. Alleen Youp van ’t Hek noemde hem. De mailtjes van kritische lezers die opzegden of dreigden op te zeggen bleven met tientallen tegelijk binnenstromen. Uitleg van Hugo Logtenberg bij het tv-programma Café Kockelmann en bij Met het Oog Op Morgen vrijdagavond hadden de storm niet doen luwen. Dat op een gegeven moment ook nog rondging dat hij ooit voor de VVD had gewerkt hielp ook niet mee. Dat is overigens voor de hoofdredactie, en ook voor mij, irrelevant: het was bekend en meer dan twintig jaar geleden.

De hoofdredactie had al besloten in de zondagse nieuwsbrief De week van de hoofdredactie op de ophef in te gaan, maar zaterdagmorgen werd bedacht dat hetzelfde stuk ook online geplaatst zou worden. Het is een open deur: als je eigen nieuws als een boemerang terugkomt en je als medium onderdeel wordt van de ophef, reageer dan precies en zorgvuldig. Dat gebeurde niet. De verantwoording van hoofdredacteur Patricia Veldhuis die ’s avonds om negen uur online ging, blies de ophef aan. Lezers vonden de vergelijking die het stuk trok met eerdere NRC-onthullingen over verkenner Gom van Strien (PVV) en beoogd premier Ronald Plasterk onjuist: die gingen over een fraudezaak en het mogelijk onterecht toe-eigenen van patenten.

In drie dagen journalistiek koorddansen maakte NRC elke dag pijnlijke fouten

Maar erger over het aantal bronnen. Gelukkig werd Eric Smit niet opnieuw genegeerd, maar deze passage klopte niet: „Dat Smit zich die avond anders herinnert, doet niets af aan de veertien bronnen die iets anders zeggen.” En deze ook niet: „Veertien aanwezigen bevestigden de verschillende uitspraken van Wijers aan Logtenberg”. Slechts een deel van de veertien mensen bevestigde de uitspraken, zoals ik hierboven heb uitgelegd.

Zo publiceerde NRC drie stukken die gerechtvaardigd waren, maar die alle drie onvolkomenheden bevatten. Het interne proces was rommelig en gehaast. Afwegingen werden niet goed uitgelegd. De leiding nam onvoldoende de leiding. Er was te weinig tegenspraak. Een goed journalistiek slot op de deur ontbrak.  

„We laten ons leiden door waarheidsvinding, niet door politieke belangen”, schreef Veldhuis. Zeer mee eens. Lezers vonden dat NRC dit allemaal niet moest publiceren omdat het (voor de formatie) niet constructief was. Dat vind ik een verkeerde taakopvatting van journalistiek. Want wat is wel en niet constructief? Veldhuis schreef ook: „Als er feiten opduiken, houden we die niet onder de pet”. Ook zeer mee eens. Maar wat hier gebeurde was net zo erg: er was na vrijdagochtend te weinig nieuwsgierigheid naar een nieuwsfeit dat de krant niet goed uitkwam.

Reacties: ombudsman@nrc.nl

De ombudsman opereert onafhankelijk; zijn oordeel is persoonlijk en niet dat van de (hoofd)redactie. Kijk hier voor de statuten van de ombudsman. Wilt u rechtstreeks reageren op artikelen of audioproducties van NRC, dan kunt u een brief van maximaal 200 woorden mailen aan opinie@nrc.nl.

Reactie hoofdredactie

Het gebeurt niet vaak dat onze artikelen tot zoveel kritiek leiden als afgelopen week.

Vele lezers schreven, belden en mailden ons met vragen over de totstandkoming van onze verslaggeving over informateur Hans Wijers. Dat heeft ons niet onberoerd gelaten en we hebben er ook begrip voor. Als zoveel mensen vragen stellen bij onze journalistiek, stemt dat sowieso tot nadenken. En als nieuwsmedium dat anderen de maat neemt, moeten we altijd kritisch naar onszelf kijken en bereid zijn verantwoording af te leggen.

In zijn rubriek schrijft de onafhankelijke ombudsman van NRC deze week dat de verslaggeving op voldoende feiten is gebaseerd, relevant is, maar dat de snelheid waarmee we hebben gepubliceerd ten koste is gegaan van journalistieke zorgvuldigheid en context.

Ook was de verantwoording aan de lezer onvolledig en onnauwkeurig. Dat spijt ons.

De conclusies van de ombudsman zijn pijnlijk en die trekken we ons aan. Intern zullen wij onze omgang met gevoelig nieuws tegen het licht houden en waar nodig aanscherpen om te garanderen dat er altijd voldoende tijd wordt genomen om feiten te wegen en van context te voorzien.

Hier zullen wij in de toekomst nog scherper op zijn.

Patricia Veldhuis

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.