•
Vandaag
•
leestijd 8 minuten
•
1313 keer bekeken
•
bewaren
Nederlandse media waarschuwen dat techreuzen het nieuws en de democratie ondermijnen, en vragen de politiek om strengere regels en één minister voor media en technologie. Na NRC-gate leek dit positief nieuws, totdat ik de hoofdredacteur van NRC bij Eva Jinek zag zitten — zonder enige zelfreflectie in verband met hoe haar eigen redactie zich heeft laten gebruiken door de economische elite.
Eerst had ze vooral een verhaal over copyright en daarna kwam pas het onderwerp desinformatie, wat ik erg opvallend vond. Alsof intellectueel eigendom prioriteit had boven correcte informatie. Kunstmatige intelligentie zou bijdragen aan een verwaterd contact met de lezer, doordat ze niet meer weten wat echt is. Ze was dus op de achtergrond al lang bezig om te pleiten voor een Ministerie van Technologie en Informatie, terwijl Hugo Logtenberg zijn eigen feiten niet op orde had.
Geloof me, als fotograaf en fotomanipulatie-artiest heb ik genoeg last van AI en toch vond ik de hele setting nog surrealistischer dan mijn eigen werken. Graag had ik dit hoofdstuk willen afsluiten, maar ik voel de plicht om hier verder over te schrijven, omdat men er geen donder van lijkt te leren. Want je wil niet dat een kunstmatig taalmodel leugens verkondigt, terwijl jouw onderzoeksjournalist zijn feiten niet op orde heeft — wat de geloofwaardigheid van een goed initiatief zoals die brandbrief direct onderuit schopt.
Ik zal heel eerlijk zijn. Nu ik zie dat mijn stuk over NRC-gate over de 50.000 clicks heeft, kickt het imposter syndroom enorm in. Blijkbaar was ik niet de enige die voelde dat NRC zijn taak als journalistieke waakhond verzaakte. Natuurlijk kreeg ik veel lof, maar ook een aantal kritieken, wat erbij hoort en zeer leerzaam is voor een volgende keer. Waar ik daadwerkelijk leerzame reacties in de mail en op sociale media kreeg, lijkt het net alsof NRC totaal niets wil leren.
Naast een divers profiel met boeiende verhalen, heeft hij een boek geschreven over Job Cohen en eentje over Louis van Gaal. Iets wat een goede biograaf ook kan, maar ik heb respect dat iemand zoveel tijd en aandacht vrijmaakt om een persoon te leren kennen en op te schrijven.
Daarom vind ik het belangrijk om nog eens te benadrukken dat mijn kritiek níet uit dedain komt, maar juist uit waardering voor wat hoogwaardige journalistiek zou moeten zijn: hoor en wederhoor, transparantie, duidelijkheid over bronnen, proportionaliteit in verslaggeving, en het vermogen om macht te onderzoeken in plaats van ophef te reproduceren. Juist omdat NRC zichzelf positioneert als wachter van de democratische informatiehuishouding, doet het extra pijn wanneer ze hun eigen norm niet halen.
Goede info is goud waard
In mijn stukken over Stem voor Stabiliteit, het vervolg van die actie en wat naar mijn idee het echte nieuws achter NRC-gate was, hoop ik ook uit te stralen, dat ik goede informatievoorziening belangrijk vind. Dat is waarom ik mezelf ook nooit journalist heb genoemd — ondanks dat ik misschien technisch aan de eisen zou voldoen.
Ook ben ik geen onderzoeker. Wel heb ik alle feiten op een rijtje gezet en gekeken naar wat dit mogelijk kan betekenen, en dat baarde mij zorgen. Ik zoek naar meerdere bronnen, wat je als hoor en wederhoor zou kunnen zien, maar ik sta zelf nog niet zoveel op straat te interviewen zoals ik zou willen.
Het kind wordt echt niet met het badwater weggegooid
Twee van die bronnen bevestigden niet eens het verhaal, dat Wijers gezegd zou hebben dat Dilan een leugenaar was. Het filmpje en het appje hebben we nog steeds niet gezien, maar ik ben geen ‘fake-newsroeper’. Goede journalistiek vind ik juist belangrijk en helemaal als daarin daadwerkelijk macht bevraagd zou worden.
Dat was ook het punt van mijn twee stukken, eigenlijk drie in totaal: ‘je hebt allemaal rijke lui, die met hun campagne invloed willen uitoefenen op de politiek, en je begint over mild seksisme in een privé-appje?’ In totaal publiceerde NRC 4 minuten leestijd over het ‘HaringPAC’ van Sijthoff, dat ook een zeer goed stuk is van Guus Valk.
Ook Tom-Jan Meeus zat helemaal raak i.v.m. Omtzigt zijn dubbelezinnige relatie met lobbyende familiebedrijven. Vreemd genoeg iets waar andere kranten niet over schrijven, wat dus een groot compliment is naar Valk en Meeus. Er is een kritische column van Marketing Report te vinden i.v.m. het ‘HaringPAC’, maar juist NOS heeft dit verhaal laten liggen.
Waarom het standpunt van de redactie rondom Wijers zo uit de toon viel: juist omdat Guus Valk en Tom-Jan Meeus wél lieten zien dat je de échte macht kunt onderzoeken — de onzichtbare invloed, de informele borrels, de geldstromen en lobby’s — wordt de focus op een losse opmerking in een privébericht alleen maar merkwaardiger.
Er zijn gewoon opmerkelijke keuzes gemaakt
Het voelt alsof het systeem buiten beeld blijft en de anekdote wordt uitvergroot. Dat is niet alleen een framingkeuze, maar een politieke keuze. Dit triggerde iets waardoor ik uit ging pluizen wat de bekende bronnen van Logtenberg allemaal deden, met mogelijke motieven, die kunnen leiden tot nader onderzoek. Dat betekent niet dat dit de hoofdredenen zijn om GL-PvdA buiten een coalitie te houden, maar het kan op zijn minst meespelen.
Juist vanwege het stuk van Valk vind ik ook de journalistieke en redactionele keuzes van Logtenberg en consorten nog opmerkelijker. Over de situatie rondom Wijers zijn 7 artikelen van NRC te vinden, waar niet de rol van Sijthoff of andere invloedrijke personen op die borrels naar voren kwam.
Wat krijgt de aandacht?
Dit alles roept de vraag op: welke verhalen krijgen ruimte – en waarom? Dit gaat niet alleen over één informateur of één journalist, maar over agenda-setting. Als geweld tegen een lokaal politicus, misbruik van politiebevoegdheden, en het afzwakken van een cruciale anti-wegkijkwet minder aandacht krijgen dan borrelpraat tussen twee machtige mannen, dan is dat geen toevalligheid meer, maar een patroon. Een verschuiving van machtsjournalistiek naar reljournalistiek.
Ook was er niets te vinden over een recent onderzoek van Investico, waar de politie niet wil ophelderen waarom ze 350 keer de persoonsgegevens van een demonstrant opvroegen. Trouw, Follow the Money en De Groene hebben hier wel verslag gedaan. In het stuk van de Hoofdredactie van NRC stond: ‘Het controleren van de macht is onze taak, wie die macht ook in handen heeft.’
De politie misbruikt die macht, en ze geven niet thuis. Luchtvaartlobbyisten doen letterlijk aan terrorisme, en daar geeft de krant geen aandacht aan? Wijersgate dat door eigen toedoen veranderde in NRC-gate, kreeg 17 minuten aan leestijdtekst in totaal.
En dat is misschien nog wel het meest teleurstellend: niet dat een artikel mislukte of het optreden bij Eva Jinek, maar dat een redactie die zegt macht te willen controleren, structureel lijkt weg te kijken van de macht die het hardst gecontroleerd moet worden. Natuurlijk is kritisch zijn op nepnieuws via AI terecht, maar het moet geen afleiding worden om jouw eigen fouten toe te dekken. Daar zijn beide onderwerpen te belangrijk voor.
Als je 17 minuten aan leestijd kwijt bent aan Wijersgate, en nul minuten aan een bomaanslag en grootschalige data-machtsmisbruik door de politie, dan gaat het niet meer om incidenten — dan gaat het om prioriteiten. Om redactionele keuzes. Om de vraag wie wél kritisch bevraagd wordt – en wie niet. Mijn punt was juist dat de lezer niet een kokervisie rondom de persoon Logtenberg ontwikkelde, maar juist breder kijkt naar het hele netwerk van macht.
Zowel kwaliteitsjournalistiek als AI zijn te belangrijke onderwerpen om tegen elkaar uit te spelen
Het overgrote deel van die 50k+ clicks op mijn recentste artikel hebben niet de behoefte om NRC te bashen, maar voelen aan, dat de journalistiek verschuift van de macht controleren naar de macht klakkeloos kopiëren en daardoor indirect ondersteunt — precies zoals een generatief AI-model zou doen.
En juist als je je als krant zorgen maakt over AI, zou je beter moeten factchecken dan zo’n LLM. Heel hard ‘14 bronnen!’ roepen is dan simpelweg niet genoeg. Wel bedrijf je misschien net zoals ChatGPT zeer neutrale journalistiek, aangezien we niet hoeven te kijken of de bronnen wel betrouwbaar zijn.
De vraag wat dit doet met publieke opinie, met politieke besluitvorming en zelfs met de formatie, verdient méér aandacht dan de inhoud van één privébericht, die alleen de ontvanger had moeten lezen. Dat maakt het gebrek aan rectificeren en transparantie zo pijnlijk, juist omdat ik en velen met mij de krant zo hoog hebben zitten. Want wie wegkijkt van echte macht en jaagt op ruis, verliest niet alleen het nieuws — maar ook het publiek dat ooit op je vertrouwde. Dat zou ik persoonlijk en velen met mij enorm zonde vinden.

