Nora Fischer (38) steekt de sleutel in de voordeur van Splendor, vroeger een Joods badhuis in het hart van de vroegere Joodse buurt in Amsterdam, nu een clubhuis van een muzikantencollectief. Ze leidt trots rond. Bar, café, concertzalen. Ruim tien jaar geleden was ze een van de oprichters van het collectief. In die tijd was Nora Fischer een rijzende ster in de klassieke muziek, een mezzosopraan voor wie componisten als Louis Andriessen muziek schreven. Ze trad op in concertzalen over de hele wereld.

Maar nu zingt ze niet meer, ze kán niet meer zingen. Ze maakte een theatervoorstelling over dat dramatische verloop van haar carrière, en over het verlies van haar zus. Vervolgens schreef ze er ook een boek over (Hoogspanning), dat deze maand uitkwam, en werd er een documentaire (Nora speelt Nora) over haar gemaakt, die komende dinsdag door de NTR wordt uitgezonden.

Wat ze moeilijk vindt, en daarmee opent ze het gesprek, is dat haar persoonlijke verhaal steeds meer voelt als een wit, geprivilegieerd verhaal nu er iets veel groters speelt, iets waarover ze zich nog niet eerder heeft durven uitspreken. Namelijk de oorlog die Israël in Gaza voert, en hoe dat de Joodse gemeenschap, háár gemeenschap, uit elkaar drijft. Precies in de week dat we elkaar spreken besloot ze dat ze daar niet langer over wil zwijgen. Haar laatste zetje over de drempel was de ophef die ontstond nadat Het Concertgebouw een concert wilde annuleren van de Stichting Chanukah Concert omdat die de zanger Shai Abramson had geprogrammeerd, die verbonden is aan het Israëlische leger.

„Ik vind de keuze om deze man uit te nodigen gevaarlijk en provocerend. En als Het Concertgebouw vervolgens iets doet dat mij erg oplucht, namelijk de ethische grenzen bewaken, wordt weer gezegd dat het de Joodse gemeenschap schaadt, dat het antisemitisch is. Zo worden kritiek op Israël en antisemitisme voortdurend aan elkaar geplakt. Alsof dat hetzelfde is. Ik zie een staat die een superioriteitsprincipe als basis heeft niet als de oplossing voor wat ons is aangedaan. Liever strijd ik voor een gezonde democratie waarin alle minderheden veilig kunnen leven, júíst omdat ik niet wil dat anderen overkomt wat mijn voorouders is overkomen. Heel veel Joden denken daar zo over en willen niet worden meegesleept in deze propagandamachine die kritiek op Israël laat klinken als antisemitisme. Maar ons perspectief wordt nauwelijks gehoord. Dat is zó pijnlijk. .”

Enkele dagen na dit interview besloot Het Concertgebouw dat het Chanoekaconcert doorgaat zonder de voorzanger, maar dat hij dezelfde avond wel mag optreden bij concerten.

Ik zeg in volle schaamte dat 7 oktober misschien nodig was om voorgoed te breken met het narratief van onschuldige Joden

, zegt ze. „Ik ben opgegroeid met het narratief van onschuldige Joden die recht hebben op die plek en dat heel vredelievend hebben proberen te doen. Over de dagelijkse werkelijkheid van de Palestijnen hoorden wij niets. Ik zeg in volle schaamte dat 7 oktober misschien nodig was om voorgoed te breken met dat narratief.”

Ben je erop voorbereid dat de woede zich nu ook op jou kan richten? Het Concertgebouw, en ook directeur Simon Reinink persoonlijk, kreeg hevige kritiek. Zoals iedereen die zich hierover uitspreekt.

„Ja, dat is de reden dat ik daar eerder nog niet klaar voor was. Als je een ingepeperd narratief aan het ontleren bent, ben je een tijdje heel wankel. Maar wat is mijn angst vergeleken met de realiteit van ongelooflijk veel mensen? Ik kom uit een familie met enorm veel privileges” – haar vader is de Hongaarse dirigent en componist Iván Fischer, haar moeder is blokfluitist Anneke Boeke – „moet ík me dan laten tegenhouden omdat ik bang ben, terwijl er een genocide plaatsvindt? Ik vind het heel eng hoor, absoluut. Daar gaat mijn boek ook over: ik wil dat iedereen me lief vindt. Maar ik weet dat elke stem die zich uitspreekt van waarde is.”

Je moeder is niet Joods, toch?

„Ik word weleens als nep-Jood bestempeld omdat inderdaad alleen mijn vader Joods is. Maar ik weet ook: als Hitler nu aan de macht was, zouden ze me gewoon naar Auschwitz brengen. De Joodse identiteit zit heel diep in mij. Hoe complex en ongrijpbaar die ook is. Ik voel de verantwoordelijkheid van iemand met een Joodse achtergrond, namelijk niet proberen de wedstrijd van het grootste trauma te winnen, maar er zit óók een intergenerationeel trauma in mij dat moet helen. Het is ingewikkeld om daar een balans in te vinden.”

Hoe leeft dat intergenerationele trauma in jou?

„Ja, pfff… Dat is nog een actieve zoektocht. De ouders van mijn vader hebben allebei ondergedoken gezeten in Boedapest, en zo de oorlog overleefd, maar de rest van de familie is grotendeels omgekomen in concentratiekampen. Er werd, zoals in zoveel families, niet over gepraat. Mijn vader is geboren in 1951, zijn generatie stond er zo dichtbij, hij is er pas later in zijn leven veel over gaan uitzoeken. Maar het emotionele werk is daarbij achtergebleven. Ik denk dat dit de taak van mijn generatie is. Voor ons is de afstand iets groter. Zo’n enorm trauma, zo’n heftige, overgedragen pijn en donkerte, heeft generaties nodig. De gedachte is wel in me opgekomen dat dit onverwerkte trauma heeft bijgedragen aan wat er met mijn zus is gebeurd.” Paula Fischer maakte in 2020 op 37-jarige leeftijd een einde aan haar leven. „Maar delete dat maar, want ik weet het niet. Ik kan het haar niet meer vragen.”

Het is niet onwaarschijnlijk, toch? Jij voelt die pijn ook.

„Dat is zo. Het is ook de reden dat ik ook dit deel van mijn verhaal zo graag wilde opschrijven: ik wil dingen openbreken. In mijn familie heerst een gevoel van existentiële eenzaamheid, doordat hun gemeenschap grotendeels is uitgemoord. Ik wil die pijn aankijken en ruimte geven.”

Heeft het maken van de theatervoorstelling en het boek je minder eenzaam gemaakt?

„Ja en nee. Ja, want met deze voorstelling en dit boek heb ik mijn masker afgezet. Dat was enorm bevrijdend. De verbinding met de mensen om me heen is veel sterker geworden, omdat er niets meer tussen ons in staat. Maar tegelijkertijd denk ik dat die eenzaamheid er altijd zal zijn. Het hoort bij me, en ik heb het nu ook een beetje omarmd. Je kunt er prima mee leven.”

Foto Merlijn Doomernik

Zoom in

Het verlies van haar zangstem begon in 2016. Kort na elkaar zeiden twee mannen tegen haar dat ze de noot E iets te laag zong: haar vader en een muzikant met wie ze een opnamesessie deed. „Natuurlijk gebeurde dat daarvoor ook weleens. Maar doordat juist deze twee mannen, van wie ik zo graag bevestiging wilde, zeiden dat mijn stem imperfect was, raakte dat aan iets heel existentieels. Alsof ik volledig werd afgewezen. Ik ging oefenen, oefenen, oefenen op die ene noot. Maar zo’n noot komt er alleen goed uit als je ontspannen bent en als het ook mis mag gaan.”

Langzaam, in de loop van jaren, sneuvelde de ene na de andere noot. „Ik ging het hele alfabet af. Van de D naar de C en verder.” En in de tussentijd bleef ze verbeten oefenen. Maar juist doordat ze haar stem zo hartstochtelijk graag wilde repareren, maakte ze het erger. „Ken je die sketch waarin Mr. Bean niest op een schilderij, dat wil schoonmaken en het alsmaar erger wordt, totdat er een heel stuk is weggeveegd? Dát. Uiteindelijk raakten mijn keelspieren zo strak aangespannen, na jaren van spotlights, stress en verwarring, dat het geluid er helemaal niet meer doorheen kwam. Ik vroeg me soms wel af of ik mezelf aan het kapot oefenen was, maar ik wist niet wat ik anders moest doen. Er is niemand die hierover praat, het is zo schaamtevol. Ik leefde in een meedogenloze culturele scene waarin alleen perfectie wordt getolereerd.”

Je was heel bang voor het label van de zangeres die niet meer kan zingen. Maar na deze voorstelling, boek én documentaire ben je vermoedelijk bekender om dit verhaal dan je was toen je nog zong.

„Daar heb ik nog helemaal niet over nagedacht.”

Omdat de muziek die jij maakte…

„….Best wel niche was. Ja. Nou, wat een léúke gedachte.”

Niet?

Ze lacht. „Ik heb die angst nog steeds wel een beetje. Want het is gewoon zo: ik kom hier nu nooit meer vanaf. Maar ik denk dat ik het zingen heb opgegeven. Het moest gewoon helemaal in vlammen opgaan. En ik kón het makkelijker in vlammen laten opgaan toen ik me realiseerde dat er iets anders voor in de plaats was gekomen, namelijk dit. Ik kan schrijven, ik kan spelen, ik kan mijn eigen verhaal vertellen en hé, misschien voelt dat nog wel veel betekenisvoller dan dat zingen.”

Zowel in je voorstelling als in je boek benadruk je veelvuldig hoe beroemd en getalenteerd je was. Intelligent, mooi, veelgevraagd, een van de mooiste stemmen van Nederland.

„Ik wilde het narcisme laten zien van een jonge twintiger die het ineens helemaal maakt. Er is iets aan die leeftijd, en soms mis ik dat wel, waardoor je denkt: kijk mij, I’m ruling the world. Ik had die gouden stem, ik was zó ontzettend van mezelf overtuigd. En omdat ik alles eerlijk wilde opschrijven, moest mijn opgeblazen zelfverzekerdheid er ook in. En het is niet alleen maar slecht hè, je hebt ook een beetje narcisme nodig om er te komen. Pas later ging ik mezelf verschrikkelijk schamen voor al die interviews waarin ik zo arrogant…” Ze valt stil.

Arrogant?

„Nou ja, ik deed uit de hoogte over stijve, klassieke, niet-creatieve muzikanten. Dat ging me later heel erg tegenstaan.”

Je zelfverzekerdheid stond in schril contrast met de onzekerheid die je óók voelde. Je vond jezelf een nepkunstenaar.

„Ja, dat bestaat dus naast elkaar. Ik had in die tijd een kunstzinnig vriendje en zag hem als een echte kunstenaar. Terwijl ik alleen maar andermans muziek uitvoerde. Wat natuurlijk niet zo was, want ik deed het op een creatieve manier. Maar we zijn zelf de slechtste beoordelaar van ons eigen werk. Klassieke muziek is een soort museumkunst, we voeren iets uit dat lang geleden door anderen gemaakt is. En daar had ik altijd een minderwaardigheidscomplex over. Maar er zit een enorme creativiteit in het kunnen omzetten van iets abstracts naar iets dat communiceert met een publiek. Al ben ik toch blij met de ontdekking van de meer scheppende kunstenaar in mij.”

Hoe kon het zover komen dat ze drie dagen na de dood van haar zus alweer verkrampt haar E’s stond te oefenen? Waarom konden zowel zij als haar zus niet van zichzelf en het leven houden? En hoe kon het gebeuren dat zij, ooit twee meisjes vol levensplezier, tegelijkertijd zó vastliepen dat de een haar stem verloor en de ander een einde aan haar leven maakte? In haar boek en voorstelling barst ze los in een tirade van mogelijke antwoorden op die kwellende vragen. Hun onbereikbare vader passeert, de Holocaust, antisemitisme, Joods perfectionisme, kapitalisme, vrouw zijn in een patriarchaat, sociale media, de maatschappij waarin je alleen meetelt als je ergens in goed in bent. En meer. „Ik bleef steeds nieuwe oorzaken vinden voor ons ongeluk: nee, het is dít, nee, dít. Maar het zijn ál die dingen.”

Maar niet alle perfectionistische vrouwen met een intergenerationeel trauma die leven in een kapitalistisch patriarchaat plegen suïcide.

„Nee, dat klopt. Het heeft ook met mazzel te maken: wat voor genen, wat voor brein heb je? Ik ken depressie, en ik ken echt duisternis, maar om de een of andere reden blijf ik er nooit in hangen. Dat is mazzel. Mijn zus kampte met een optelsom van niet-helpende karaktertrekken: ze was extreem sensitief, veel te slim, veel te empathisch. Na haar dood voelde ik heel sterk dat ik niet gewoon wilde doorgaan met mijn leven – op dezelfde manier, maar dan verdrietiger. Ik heb uiteindelijk een antwoord gevonden op wat ik mezelf niet meer wil aandoen en op wat ik wél wil: beter zorgen voor mezelf en voor de mensen om me heen.”

Je zus was enorm . Zo werkte ze in een vluchtelingenkamp.

„En dat kan natuurlijk ook averechts gaan werken: het gewicht van al dat leed kon ze niet meer dragen. Als mens met veel privileges kun je gemakkelijk vervallen in een gevoel van schuld. En dat had zij heel sterk.”

Begrijp je haar keuze?

„Ja. Het was echt uitzichtloos. Dat was het al zo lang. En het werd steeds erger. Ik wist altijd al dat het misschien zou gebeuren. De dag voordat Paula sprong, zei ik tegen een vriendin: ‘Ik zeg nu tegen jou dat ik alles heb gedaan wat ik kon.’ Ik wilde dat hardop gezegd hebben. En dat heeft me naderhand heel erg geholpen. Ik kon haar niet redden.”

Bij een eerdere zelfmoordpoging vond je de afscheidsbrief die ze voor jou geschreven had. Daarin stond dat jij de enige reden was dat ze het niet eerder gedaan had. Dat moet ongelooflijk beklemmend zijn geweest.

„Ja, vanaf dat moment, ik was toen een tiener, internaliseerde ik een gevoel van verantwoordelijkheid. Het lag in mijn handen of het goed met haar ging. Ik wist dat ik degene was die het dichtst bij haar stond.”

Jullie levens verschilden enorm: jij had veel succes als zangeres terwijl zij zich een mislukkeling voelde. Voelde je je daar schuldig over?

„Ik weet niet of schuld het juiste woord is. Maar vergeleken met haar zag ik mezelf juist als een narcistische aandachtstrekker die frivole, oppervlakkige dingen deed. Daar schaamde ik me voor. En natuurlijk was het ook pijnlijk dat ik zo succesvol was en zij worstelde met werk, geld verdienen en haar identiteit. Dat creëerde afstand en ik wilde geen afstand, ik wilde zo dicht mogelijk bij haar zijn.”

Je voelde opluchting toen je hoorde dat ze het gedaan had.

„Ja, er was ook opluchting. Je zou verwachten dat alles zwart zou kleuren. Maar het was juist alsof alle dagelijkse dingen waarover ik me zorgen maakte van tafel werden geveegd. Het enige dat overbleef, was het feit dat ik leefde. Je kunt ervoor kiezen om niet te willen leven, realiseerde ik me, maar je kunt er blijkbaar ook voor kiezen om dat wél te willen. Ik heb mezelf een tijdlang afgevraagd of ik na haar dood, naast het verdriet, ook die bevrijding mocht ervaren. We hebben in de westerse wereld geen idee hoe we moeten rouwen. We behandelen de dood als iets wat er vooral níét mag zijn. Of het misschien ook nog iets moois kan opleveren, dat moet je maar met jezelf uitzoeken.”

In een interview met NRC, ruim tien jaar geleden, zei je dat je zus ‘moeilijk ging doen’ na de scheiding van jullie ouders in jullie kindertijd. Ze was daarna woedend op je omdat je dat gezegd had.

„Ja, ze was daar heel boos over en ik heb me daar ongelooflijk slecht over gevoeld. Het voelde als zo’n groot verraad. Dit is een heel pijnlijke herinnering voor mij.”

Toch zijn het onschuldige woorden vergeleken met.

„Ik had dit boek natuurlijk niet op deze manier kunnen schrijven als ze had geleefd. Dan had ik haar demonen niet zo publiekelijk gemaakt. Maar nu heb ik er bewust voor gekozen om dat wel te doen. Ik wil niet meer zwijgen over wat haar kapot heeft gemaakt. En ik weet niet of ik haar up there woedend maak. Ik heb me laten leiden door mijn gevoel en ben er, aangemoedigd door onze familie en vrienden, in gaan geloven dat ik haar hiermee niet verraad. Na elke voorstelling die ik speel, voel ik bevrijding bij het publiek. En dat komt mede door ieders herkenning in haar strijd. Ik kan alleen maar hopen dat ze daarachter staat.”

CV Nora Fischer

Nora Fischer (Londen, 1987) groeide op in Amsterdam na de scheiding van haar ouders, de Hongaarse dirigent Iván Fischer en blokfluitist Anneke Boeke. Na de studies musicologie en filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en een opleiding aan het Complete Vocal Institute in Denemarken volgde ze een masteropleiding aan het conservatorium in Den Haag.

Als mezzosopraan trad ze op met nationale en internationale orkesten over de hele wereld. Bekende componisten als Louis Andriessen en Osvaldo Golijov schreven muziek voor haar.

Voor haar debuutalbum Hush (2018), waarop ze eeuwenoude muziek van onder meer Claudio Monteverdi en Henry Purcell moderniseerde, kreeg ze samen met gitarist Marnix Dorrestein een Edison-award.

In het voorjaar van 2024 speelde ze voor het eerst haar theatervoorstelling De Sprong. Met deze voorstelling gaat ze in 2026 opnieuw de theaters in. Ze vertelt daarin, net als in haar deze maand verschenen boek Hoogspanning, hoe ze haar stem en daarmee ook haar zangcarrière verloor.

Dinsdag 25 november zendt de NTR/ Het Uur van de Wolf de documentaire Nora speelt Nora uit, gemaakt door regisseur Lieza Röben. 

Praten over zelfdoding kan 24/7 anoniem en gratis via 0800-0113, de landelijke hulplijn van 113 Zelfmoordpreventie, of via chat op www.113.nl.

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.