Het is zeker niet voor het eerst dat de oud-coffeeshopbaas voor de rechter verschijnt. Toch was deze keer anders dan al die voorgaande keren. Van Laarhoven zat er nu niet als verdachte in een strafzaak, maar als eiser in een civiele procedure om schadevergoeding voor de meer dan vijf jaar die hij in de Thaise cel doorbracht.
Van Laarhoven leefde lang naar deze dag toe. “Voor het eerst kan ik tegen een respectabele rechtbank zeggen hoe het echt is gelopen. Mijn leven is helemaal verwoest. En waarom? Ik snap het nog steeds niet.”
Ellende
De ellende voor Van Laarhoven begon in 2014. Hij woonde al jaren in Thailand. Het Nederlandse Openbaar Ministerie (OM) was bezig met een onderzoek naar belastingfraude en witwassen met de coffeeshops die Van Laarhoven jarenlang in Nederland runde en dient een rechtshulpverzoek in bij Thailand.
De Thai besloten Van Laarhoven zelf te vervolgen. Ze veroordeelden hem tot 103 jaar cel voor witwassen van het geld dat hij met zijn coffeeshops in Nederland verdiende. De Nationale Ombudsman concludeerde enkele jaren later dat de Nederlandse overheid onzorgvuldig heeft gehandeld. Begin 2020 werd Van Laarhoven na bemiddeling van toenmalig justitieminister Grapperhaus overgeleverd aan Nederland.
Inmiddels heeft het OM een schikking getroffen met Van Laarhoven in de strafzaak waar het allemaal mee begon. Van Laarhoven werkte daaraan wel met tegenzin mee, onderstreepte hij tegen de rechter. “Maar ze dreigden dat ze me anders nog vijftien jaar in de rechtbank bezig zouden houden. Dan ben ik tachtig.”
Wat Van Laarhoven betreft is de schikking zeker geen schuldbekentenis. Met de claim om schadevergoeding van de Nederlandse staat hoopt hij alsnog op eerherstel. “Want ik ben geen crimineel.”
Lusten en lasten
De landsadvocaat betoogde dat de staat niets te verwijten valt. Het OM deed onderzoek naar ernstig strafbare feiten, zei de landsadvocaat, en is daarbij op vertakkingen naar het buitenland gestuit. “De staat heeft niet gestreefd naar, of aangestuurd op, aanhouding van Van Laarhoven in het buitenland.” Dat Thailand vervolgens vervolging instelde valt ook de Nederlandse staat niet aan te rekenen, vervolgde ze haar betoog.
Volgens de advocaat van Van Laarhoven, Lisa Jie Sam Foek, is er wel degelijk sprake van opzet. Ze citeerde een e-mail van de officier van justitie die verantwoordelijk was voor het rechtshulpverzoek. Daarin schreef hij dat Van Laarhoven lang genoeg van de ‘lusten’ in Thailand had genoten en dat het nu tijd was voor de ‘lasten’. Daarmee doelde hij volgens haar op de lasten van het Thaise gevangenissysteem.
‘U jokt weer’
Getergd hoorde Van Laarhoven de verdediging van de landsadvocaat aan. Op verschillende momenten lukte het hem niet om zijn emoties in bedwang te houden. Toen de landsadvocaat zei dat Thailand zelf ook verdenkingen had tegen de oud-coffeeshopbaas, schoot Van Laarhoven opnieuw uit zijn slof. “Ze hadden helemaal niks. U jokt weer!”
Aan het einde van de zitting constateerde de rechter dat een schikking er niet in zit in deze zaak. Er is immers een onoverbrugbaar verschil van inzicht tussen de partijen over de vraag of het optreden van de Nederlandse overheid rechtmatig was of niet. “Die knoop moeten wij dan maar doorhakken.”
Het is een ingewikkelde zaak en de rechtbank trekt er daarom extra tijd voor uit. Het vonnis volgt op 11 februari.