In een scene die wordt gedomineerd door games zoals Gran Turismo 7 en het aankomende Forza Horizon 6, is het lastig om echt op te vallen. We hebben het meerdere zien proberen, maar na een tijdje rondgehangen te hebben, zien we games zoals Project CARS uiteindelijk de handdoek in de ring gooien. Jammer, want een goede racingsim kan nooit kwaad. Zie daar; Project Motor Racing, spiritueel opvolger van Project Cars en een realistische racer die de stuurkunsten flink op de proef weet te stellen. De beelden zijn veelbelovend en dat was voor ons reden genoeg om ruim voor de release uit de startblokken te schieten. Maar vergis je niet, onder die glimmende motorkap schuilt een genadeloze uitdaging. Heb jij de skills en het geduld om de wildste bolides te temmen? Of belandt Project Motor Racing gestrand in de grindbak? Dat lees je in deze review van Project Motor Racing, gespeeld op PlayStation 5!

Lust voor het oog, last voor de handen
Racingsims heb ik inmiddels zat gespeeld, en iedere keer moet ik het weer beamen; binnen dit genre zie je de grafische kracht van dit tijdperk echt shinen. Zo ook in Project Motor Racing, een game die vrij barebones van de startlijn schiet. Op zich niet erg, je ziet namelijk goed dat de aandacht vooral is uitgegaan naar het racen zelf en de presentatie daarvan. Grafisch en geluidstechnisch staat Project Motor Racing trackside op poleposition. De auto’s glimmen in het zonlicht, regendruppels spatten realistisch op de voorruit en het geluid van de ronkende motoren klinkt als muziek in de oren van een autofanaat. Vanuit meerdere camerastandpunten zijn de wagens in volle glorie te bewonderen. Ja, ook vanuit de cockpit, waarin direct duidelijk wordt dat het interieur met veel detail is nagemaakt.
Project Motor Racing is dan ook een lust voor oog en oor, maar al snel ook een workout voor je handen. Dacht je even lekker met je DualSense-controller op schoot te kunnen cruisen? Mooi niet! Zodra je de eerste scherpe (of zelfs flauwe) bocht induikt, merk je hoe meedogenloos deze game kan zijn, vooral als je met een controller speelt. In mijn geval was het de eerste paar uur dan ook voornamelijk onbedoeld donuts draaien. Het advies is dan ook om PMR met een racestuur te spelen en om wellicht niet direct in de GT te stappen. Dat geeft aanzienlijk meer controle over je wagen. En geloof me, ik overdrijf niet, deze racer is bij vlagen bikkelhard. Het zweet staat je in de handpalmen wanneer je je bolide weer eens uit de grindbak moet trekken. Project Motor Racing ziet er prachtig uit en klinkt heerlijk, maar laat je ook meteen voelen dat elke fout wordt afgestraft. En dat laatste moet echt je ding zijn, want heel toegankelijk is de game niet.
Ja, je kunt her en der wat tweaks doen aan de assists, maar een gevalletje F1 25 of Forza Motorsport is het niet. Verwacht dus geen automatisch remsysteem of meestuurhulp. Naast de ideale racelijn en schakelassistentie is er niet veel om aan of uit te zetten. En dat voelt een beetje als een gemiste kans.

De aanhouder wint
Van een simracetitel verwachten we dat ‘ie pittig is, dat is stiekem een vereiste binnen het genre. Alleen “toegankelijk” kunnen we Project Motor Racing dus niet noemen. Je moet echt een hardcore simracer zijn om er vanaf het eerste moment plezier uit te halen. Ben je meer een casual coureur, dan kom je al snel van een koude kermis thuis. Een tikkie te veel gas of iets te veel geleun op de curb resulteert vrijwel direct in onder- of overstuur. Veel ruimte op de track is er niet, en dat kleine slippertje mondt dan ook vaak uit in een kettingbotsing of gênante trip door het kletsnatte gras. Heb je weinig ervaring of geduld, dan voelt de instapdrempel torenhoog.
Maar goed nieuws! De aanhouder wint. Wie doorzet en de basisprincipes leert, wordt beloond met een fantastische, realistische race-ervaring. Na uren oefenen merk je ineens dat je die lastige chicane of haarspeldbocht vloeiend doorkomt zonder de kont te verliezen. De voldoening is groot wanneer je eindelijk een foutloze rondetijd weet neer te zetten. Heb je de ene uitdaging weten te meesteren, dan ligt de volgende alweer op de loer. Project Motor Racing bevat namelijk zeventig voertuigen en achttien locaties om onder de knie te krijgen. En dat gaat van lichte sportwagens tot imposante GT-racers. Iedere wagen voelt en reageert anders. Waar je met de een over de baan vliegt, eindig je met de ander continu in de grindbak. Juist die variatie maakt het de moeite waard om door te zetten. Uiteindelijk krijg je een fijne, ultra-realistische racegame voorgeschoteld.

Wel erg realistisch
Vanaf het moment dat je de game opstart, merk je dat Project Motor Racing voor en door liefhebbers is gemaakt. Dat zie je vooral aan de kleine details zoals de waarneembare G-krachten in de cockpit, het weggedrag onder verschillende weersomstandigheden, het effect van marbles op de baan en de manier waarop je door de carrière navigeert. Dat heeft allemaal zo z’n charme, maar in dat laatste geval misschien iets te veel detail en te weinig sensatie.
In de carrièremodus bepaal je met een startbudget (afhankelijk van de initiële setup) waar je je vestigt, in welke klasse je gaat rijden en met welke wagen je dat doet. Daarnaast kies je ook voor een sponsor setup. Ga je voor een beloning op basis van prestatie, participatie of andere goals. Kies je voor de “authentic experience”, dan race je op professionele moeilijkheid en moet je betalen voor schade. Lukt dat niet, dan ga je letterlijk geforceerd met pensioen. Dat geeft gewicht aan jouw ontrack-gedrag, want geld moet je verdienen en doe je dat niet, dan is je carrière dus voorbij. Die schade is overigens dan wel weer alleen visueel, mechanische schade heb ik namelijk niet kunnen bespeuren (En geloof mij, ik heb veel crashes gehad). Op dat gebied voelt Project Motor Racing dan weer niet realistisch genoeg, want als mijn auto aan gort is, verwacht ik eigenlijk niet terug te kunnen rijden naar de pit.
Afijn, wanneer het aankomt op de carrière, is Project Motor Racing wat mij betreft bijna te realistisch. Haal je voldoening uit dat soort details, dan is dit een game voor jou. Ik zie echter graag wat meer flair in mijn carrièremodi, iets dat me motiveert om door te spelen en het gevoel van progressie geeft. Niet dat dat hier ontbreekt, maar het gebeurt op vrij sobere manier. Verwacht dus geen onnodige poespas of sensatie, die je ga je in PMR namelijk niet terugvinden. Daardoor voelt de hoofdmodus al snel meer aan als een toernooimodus dan als een high-stakes carrière.

Het eindoordeel van Rudy
Wijnberg
Project Motor Racing is een schitterende, maar compromisloze racesimulator die vooral de doorgewinterde liefhebber zal aanspreken. Zoek je een uitdagende, realistische racer die je beloont na snoeihard werk? Dan ga je in Project Motor Racing waarschijnlijk een nieuwe verslaving vinden. Ben je echter meer een casual racer die met pedal to the metal door bochten wil scheuren, dan kun je je heil beter elders zoeken. Project Motor Racing straft iedere fout namelijk direct af en dat kan nogal demotiverend werken. En waar PMR op sommige fronten erg realistisch is, is dat het op andere weer niet. Zo is er geen mechanische schade, wat je toch wel mag verwachten in een sim. Heb je echter tijd, zin en de skillset om de steile leercurve te tackelen, dan heb je met Project Motor Racing een fijne, ultra-realistische racegame in handen.
- Fraai om te zien
- Oog voor detail
- Veel wagens en tracks
- Echt een racing sim
- Weinig assistentie
- Enkel visuele schade (geen mechanische)
- Vrij compromisloos
- Niet instapvriendelijk
- Mist flair

Als het gaat om passief sporten is Rudy een kei gezien hij regelmatig menig vechtersbaas tegen de vloer nokt en tanden laat rapen. Toch is hij niet vies van andere genres. Onder het motto “je moet toch alles in je leven geprobeerd hebben” experimenteert onze Amsterdammer zo nu en dan eens wat. Niet altijd even succesvol, geduld is namelijk niet echt zijn sterkste punt, net als een gracieuze winnaar zijn gedurende menig fighter…