De Tweede Kamer heeft het lastig met de verhoging van de belasting op vermogen in box 3, die in het Belastingplan 2026 is opgenomen. Donderdag moet blijken of de plannen nog worden gewijzigd.

Kamerleden van verschillende partijen noemen de maatregel onrechtvaardig en problematisch, vooral vanwege het effect op spaarders, beleggers en de huurmarkt.
“De belastingdruk wordt veel te hoog”, constateerde VVD-Kamerlid Wendy van Eijk vorige week. BBB-Kamerlid Henk Vermeer wees erop dat de tarieven “geen enkele relatie meer [hebben] met de werkelijke opbrengsten van de mensen, en zeker niet in het licht van de inflatie, rentetarieven en kostenstijgingen.” Volgens Ja21-Kamerlid Michiel Hoogeveen ontmoedigt de overheid sparen en beleggen, waardoor het draagvlak voor het belastingstelsel onder druk komt te staan.
Het kabinetsvoorstel voorziet in een verlaging van het belastingvrije vermogen naar €51.396 en een verhoging van het veronderstelde rendement naar bijna 8 procent. Zo wil het kabinet een begrotingstekort van €2,55 miljard dichten, ontstaan door uitstel van de nieuwe box 3-wetgeving naar 2028.
Amendementen
ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis noemt de maatregel “onrechtvaardig en krom op allerlei manieren” en wijst op eerdere uitspraken van de Hoge Raad dat box 3 onrechtvaardig is. Grinwis diende samen met SGP en BBB een amendement in om de Wet Hillen versneld af te schaffen, waarmee de verhoging in box 3 kan worden voorkomen.
De VVD kwam deze week met een alternatief dat de belastingdruk voor spaarders en beleggers deels beperkt. Of een van beide amendementen donderdag bij de stemming een meerderheid haalt, is onzeker. GroenLinks-PvdA, CDA en D66 noemen het “interessant”, maar hebben nog geen standpunt ingenomen. Van Eijk benadrukte: “Ik voel de urgentie om op dit laatste moment nog iets te doen aan box 3.”
(Trouw/FD)