Tijdens de kerstdagen van 1967 besloot de Franse schrijver Georges Perec het onmogelijke te doen: een roman schrijven zonder de letter ‘e’. Hij geloofde heilig dat juist zulke taalbeperkingen de literatuur konden verrijken. Zijn uitgever, Maurice Nadaud, moet zich even achter de oren hebben gekrabd, maar gaf de gekte uiteindelijk een kans. Dat loonde. La disparition (1969) werd een Franse klassieker.
Wie zich tegenwoordig wil laven aan autonomie en experimenteerdrift, hoeft niet meer in gesprek met zijn redacteur. Als auteur kun je ook terecht op Substack. Op het platform, dat in 2017 werd opgericht als nieuwsbrievenmedium, zijn steeds vaker romanciers te vinden. Eerder, in 2020, zag het online medium al een forse toename aan journalisten, die de ivoren toren verlieten of op het platform terechtkwamen vanwege ontslagrondes.
Nu lijkt het tijdperk van de romanschrijver aangebroken. De literaire vertakking van Substack bestaat uit een mengeling van literatuurkritiek, schrijfcursussen, korte verhalen en zelfs volledige romans. Het platform biedt ruimte om via een abonneemodel leden te werven. Wie zich abonneert op een schrijver, krijgt een melding dat hij vanaf nu ‘op de lijst staat’. Alsof je een exclusieve New-Yorkse club binnentreedt. Wat vind je er? Een afwisseling van Pulitzer Prijs-winnende auteurs die de rode penstrepen van hun redacteur beu waren tot (zelfbenoemd) aanstormend talent.

Zoom in
Substack lijkt het online equivalent van na een stevige maaltijd je broek losknopen. Er is plek voor zelfpromotie, wedijver met vakgenoten, onafgeschreven werk en geroddel. Ongebreidelde vrijheid dus, zonder het stemmetje van je geliefde of uitgever die zegt: zou je dat nou wel doen?
En daar zit voor sommige auteurs een lucratief verdienmodel aan vast. Voor een abonnement op een nieuwsbrief betaal je gemiddeld 6 of 7 dollar per maand. Bekende auteurs hebben al snel tienduizenden betalende leden. Dat tikt aan. Best slim gevonden dus. Zeker gezien het feit dat de gemiddelde schrijver vaak handiger met woorden is dan met cijfers. Maar wat bieden zij aan?
Schrijfles en onderonsjes
Je hebt bijvoorbeeld Etgar Keret, de Israëlische schrijver, vermaard om zijn absurdistische verhalenbundels. Zijn profiel heet Alphabet Soup. Voor 43 euro per jaar kun je meerdere soorten ‘soepgroepen’ in je emailbox verwachten. Ping! Soep in blik? Dat zijn verhalen die elders gepubliceerd zijn. Ping! Verse soep, dat zijn nieuwe probeersels. Ook kun je voor 130 euro een ‘founding member’ worden. Dan wordt je naam onsterfelijk in de vorm van een personage.
De Amerikaanse schrijver George Saunders, die de Booker Prize won voor zijn roman Lincoln in de Bardo (2017), deelt dat enthousiasme voor het platform. Op zijn profiel Story Time zegt Saunders dat hij zo vaak brieven van lezers ontving dat hij een gemeenschap wilde beginnen. De gemene deler? Liefde voor het korte verhaal. Als betalend lid kun je Saunders vragen stellen, die hij elke donderdag beantwoordt. Of zijn vijfdelige tekstanalyse van Dickens’ klassieker A Christmas Carol lezen. Ook ben je deel van Saunders ‘artistieke stam’. Gezellig, met 300.000 gelijkgezinden.
Voor schrijver Miranda July gaat die verknoping met haar fans nog verder. De auteur, die vooral bekend is vanwege haar bejubelde perimenopauzeroman All Fours (2024), zei bij haar aankondiging op Substack dat deze plek als ontmoetingsplaats dient om „vrienden, collega’s en heuse liefdespartners te leren kennen”. Salman Rushdie gaf er in 2021 zelfs een boek uit in serievorm, genaamd The Seventh Wave. Al wil hij ‘geen cheerleader van Substack’ zijn, zei hij in een interview met The Guardian. „Mensen praten al over de dood van de roman sinds die werd geboren. En hier ben ik dan, blijkbaar bezig met een nieuwe poging om hem te doden.”

Zoom in
Sommige schrijvers zijn zelfs zo verdienstelijk om de geheimen van hun talent te delen. Ottessa Moshfegh, bekend van haar satirische roman My Year of Rest and Relaxation (2018), biedt op haar profiel it’s Ottessa bitch (geheel volgens de Gen Z-traditie in onderkastletters) schrijfcursussen aan met titels als „Hoe schrijf je een New York Times-bestseller” en ,,Bak jij er niets van?”. Wil je nog meer? Er is altijd meer, schrijft ze. Dan kun je ingescande foto’s van haar middelbare schoolschriftjes uitpluizen. Of lezen over een dagdroom van vijftien jaar geleden.
Uitwijkplaats voor kritiek
Hier en daar tref je ook een Nederlandse auteur aan op Substack. Die groep is bescheiden, domweg vanwege het kleine taalgebied. Schrijver en regisseur Philip Huff, die een Substack genaamd ‘De Gedichtenapotheek’ beheert, vernoemd naar zijn gelijknamige boek, noemt het platform een bevrijding. „Bij traditionele media zit je meer met een ingebeelde lezer. Sommige ideeën worden teruggeduwd door een redacteur, uit gebrek aan durf. Poëzie zou bijvoorbeeld te niche zijn voor het grote publiek. Onwaar natuurlijk, maar die strijd hoef je hier niet te voeren. Er zijn geen poortwachters.” De belofte van autonomie maakt Substack zo aantrekkelijk, zegt hij. „Door de omzeiling van het publieksdenken en de intimiteit waar het platform op rust, zou dit best eens een interessante plek voor de literatuur kunnen worden.”
Substack is niet alleen een uitwijkmogelijkheid voor de traditionele uitgeverswereld, maar ook een klaagmuur. Bijvoorbeeld om eens lekker te fulmineren tegen die ene recensent. Zo schreef thrillerauteur Garth Greenwell in zijn Substack-essay ‘On being reviewed’ een weerwoord van maar liefst vierduizend woorden (grofweg twee keer de lengte van dit artikel) op een slechte recensie van The New York Times. „Ik vermoedde al dat hij (recensent Dwight Garner, red.) Small Rain (2024) niet zou begrijpen”, concludeert de schrijver.
Voor de schrijver kan het fijn zijn dat hij kan ontsnappen aan dat vervelende proces van herschrijven, redigeren en schrappen. Maar voor de kunst is dat bijna een contradictio in terminis. Een verhaal dient in principe de lezer, niet het gemak van de schrijver. Waar ligt op Substack de grens tussen authenticiteit en rommel? En wie bepaalt dat?
Het gebrek aan een literaire poortwachter trekt een tweede groep schrijvers. Een clubje soevereinen dat de gevestigde literatuur als gepasseerd station ziet. Of dat zich afzet tegen de boekenbranche. Dit clubje durft het wel aan, naakt op de voorgrond zonder uitgever. Die vrijheidsdrang hangt samen met de opkomende trend waarbij steeds meer auteurs een boek in eigen beheer uitbrengen. Met een groot verschil: zelf uitgeven kost geld.
Substack is toegankelijker en leent zich goed voor ieder die zich gepasseerd voelt door het ‘establishment’. Bijvoorbeeld de witte, conservatieve man van middelbare leeftijd, aldus Alex Perez uit Miami. „De literaire wereld behandelt mannelijke Amerikaanse schrijvers met minachting”, schrijft hij op zijn Substack-account. Voor Perez is Substack een veilige haven voor schrijvende mannen, liefst uit de arbeidersklasse. „Deze jongens zijn niet aangetast door de masculiniteitscrisis”, grapt hij op zijn profiel, „tenzij ze een redacteur van The New Yorker zijn tegengekomen op de bouwplaats”.
Hang naar autarkie
Die hang naar autarkie is illustratief voor de tijdgeest. Gevestigde instituten worden immers steeds vaker gewantrouwd. Maar wat als je noodgedwongen op Substack zit, en niet uit verzet? Bijvoorbeeld omdat je als gemarginaliseerde stem niet genoeg opvalt? „Minderheden in de literatuur worden altijd richting de marge gedreven”, schrijft crimeschrijver Patrice Peck over de verplaatsing van zwarte schrijvers naar Substack. „Mensen van kleur zijn daarom creatief in het vinden van geitenpaadjes om het trage en vijandige witte uitgeverslandschap te omzeilen.”

Zoom in
In haar Substack-essay ‘De kwestie van de verdwenen zwarte auteur’ reageert schrijver Nadine Matheson op een artikel van The Guardian uit mei. In het stuk van de Britse krant waarschuwen literaire figuren als Selena Brown dat schrijvers van kleur hun positie binnen de literatuur niet zeker zijn. Volgens Brown beschouwen uitgevers schrijvers van kleur nog altijd een ‘risicogroep’. Ze worden daarom weggevaagd.
„Hallo! Zwarte stemmen zijn niet verdwenen”, schrijft Matheson. „We zijn geen mythische wezens. We zitten hier (Substack, red.). En we schrijven!” Dat zwarte schrijvers door uitgevers vaak miskend worden, is waar, stelt ze. „Maar dat ligt niet aan ons talent. Het is een kwestie van zichtbaarheid.”
Of Substack het antwoord is op de blinde vlek van uitgevers, is de vraag. Al jaren wordt het medium op de vingers getikt vanwege het gebrek aan moderatie en zelfs de verspreiding van nazi-propaganda. Het tijdschrift The Atlantic analyseerde in 2023 zestien nieuwsbrieven waarin openlijk werd gespeculeerd over het ‘Joodse vraagstuk’. Boven deze artikelen bungelde een swastika. In augustus verzond het platform een pushmelding waarin de wit-suprematische nieuwsbrief NatSocToday werd aangeraden. Het bedrijf bood zijn excuses aan voor de notificatie, niet voor de inhoud.
Bovendien blijft de uitgeverswereld wel degelijk van belang, zegt Becca Rothfeld, literatuurcriticus bij The Washington Post. Bijvoorbeeld bij de scheiding van kwaliteit en pulp. Schrijverschap behelst meer dan alleen tekst produceren, aldus Rothfeld: „Redacteuren zeggen nee tegen wat waardeloos is, en verbeteren wat niet waardeloos is”, schrijft ze op haar eigen Substack-profiel.
Een traditioneel gepubliceerd boek wint meestal van een manuscript dat zonder redactioneel toezicht op het internet verschijnt, stelt Rothfeld. De keuring van een tweede lezer doet wonderen voor het eindresultaat. Plat gezegd: je eigen literaire grootheid verkondigen op Substack is als met jezelf naar bed gaan en achteraf zeggen hoe lekker het wel niet was.
Toch is Substack volgens Rothfeld meer dan een plek voor „een stelletje onderknuppels die hun kleine tirades de wereld insturen”. Af en toe is er wel degelijk sprake van een succesverhaal. In mei werd Substacker Naomi Kanakia blij verrast met een essay van The New Yorker, getiteld ‘Verschijnt de volgende Grote Amerikaanse roman op Substack?’ De aanleiding: haar zelfgepubliceerde novelle Money Matters, die ze gedurende een periode van maanden verspreidde in haar nieuwsbrieven. „Geen enkel modern fictiewerk dat ik vorig jaar las, gaf me zo’n grote schok van leesplezier”, schreef recensent Peter C. Baker over haar werk.
Plonsbadje
Substack als plonsbadje voor beginnende schrijvers. Waarom niet, zou je denken. Maar of dat onopgemerkte talent een stem krijgt en gehoord zal worden, is twijfelachtig. Net als bij zelfpublicaties blijft naambekendheid vooraf een handige troef voor furore. Al schrijf je Rothiaans, de kans dat er een bestseller naar boven komt drijven is gering. Het Substack-model selecteert niet op vindbaarheid van de beste essays of manuscripten. Daarvoor is het algoritme te grillig. De belofte van het medium, gelijkwaardigheid, verkleint dus je kansen als beginnend schrijver. Door de wisselende kwaliteit is zoeken naar uitblinkers een soort literair staaltje ‘Waar is Wally’, maar dan voor gevorderden.
„Als je geen meesterwerk kunt schrijven, schrijf dan in ieder geval geen troep”, zei auteur en uitgever Robert Giroux. (Al had hij, als redacteur van Hemingway, wel makkelijk praten). Op Substack valt die belofte niet in te lossen. Maar waar elders vind je schrijvers die met de openhartigheid van een kind roepen: „Kijk eens wat ik kan?” Eigenlijk nergens. Dat enthousiasme wekt lust op om zelf eens na te denken over de literatuur en haar schoonheid.
Misschien is Substack dan ook vooral een plek om de literatuur te vieren. Want in tegenstelling tot BookTok, drijft het platform niet op klikcijfers, maar op dialoog. En dat is zeker iets waard. Met die gedachte dient het medium toch een doel. Een hele simpele. Geen literaire vluchtstrook, maar een plek voor verbinding voor eenieder die het geschreven woord lief is.
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.
Waarom je NRC kan vertrouwen