Tikken met je voet op het ritme van muziek voelt voor mensen als de natuurlijkste zaak van de wereld. Zodra er een lekker nummer voorbij komt, doen onze lichamen vanzelf mee. Maar hoe uniek is dat eigenlijk? Wetenschappers van de Nationale Autonome Universiteit van Mexico hebben nu aangetoond dat makaken dit ook kunnen en dat kan ons iets leren over hoe ons muzikale brein werkt.

De onderzoekers trainden twee mannelijke makaken om te tikken op het ritme van muziek. Dat is een behoorlijk ingewikkelde opdracht. Bij iets als een metronoom zijn de beats duidelijk, maar echte muziek is een stuk complexer. De klanken vloeien in elkaar over, er gebeurt van alles tegelijk en niks herhaalt zich op exact dezelfde manier.

Toch kregen de apen het voor elkaar. Ze moesten op het ritme van muziek meetikken. De tijd tussen hun tikjes moest binnen 20 procent van het juiste tempo vallen. De apen tikten niet alleen op het juiste tempo, maar ook steeds op hetzelfde moment in de muziek. Ze volgden dus de beat, niet alleen de snelheid.

Bewijs dat ze echt de muziek volgden

Om te bewijzen dat de apen echt de muziek volgden en niet gewoon een trucje hadden geleerd, bedachten de wetenschappers een test. Ze verschoven het moment waarop de apen mochten beginnen te tikken ten opzichte van de muziek. Als de apen gewoon een aangeleerd patroon herhaalden, zou dat niks uitmaken. Maar dat gebeurde niet: wanneer de muziek verschoven was, tikten de apen ook op andere momenten. Ze volgden dus echt iets in de muziek zelf.

Om dit nog duidelijker te maken, deden de onderzoekers nog een experiment. Ze hakten dezelfde muziekstukjes in hele kleine stukjes en zetten die in een willekeurige volgorde. Hierdoor behielden de geluiden hun klankkleur, maar verdween het ritme compleet. En wat bleek? De apen konden nog steeds tikken op het juiste tempo (ze kregen daar een beloning voor), maar nu maakte het niet meer uit wanneer het startsignaal kwam. Ze kozen er blijkbaar voor om het geluid te negeren als het geen nuttige informatie bevatte.

Muziek volgen, ook wanneer het niet moet

De apen mochten daarna tikken op wat voor tempo ze zelf wilden, zolang ze maar consistent bleven. Ze konden dus gewoon hun eigen ritme kiezen en daarmee beloning verdienen. Toch tikten beide apen het vaakst op het echte tempo van de muziek. En wanneer ze dat deden, waren hun tikjes ook het meest consistent getimed. Met andere woorden: ze kozen ervoor om de muziek te volgen, ook al hoefde dat helemaal niet.

Dit is verrassend omdat wetenschappers lang dachten dat alleen dieren die kunnen leren zingen, zoals mensen en sommige vogels, spontaan op muziek kunnen bewegen. Die gedachte heet de “vocal-learning hypothesis”. Een eerder voorbeeld van een zeeleeuw die kon synchroniseren met muziek werd door de onderzoekers afgedaan als uitzondering, omdat zeeleeuwen wel flexibel met geluiden kunnen omgaan.

De vier bouwstenen van ritmegevoel

Op basis van hun bevindingen stellen de onderzoekers een nieuwe theorie voor: het “vier componenten”-idee. Ze denken dat ritmegevoel niet iets is dat je hebt of niet hebt, maar een combinatie van vier vaardigheden: het herkennen van patronen in geluiden, het voorspellen wat er komt, het afstemmen van je bewegingen op geluid en het leren via beloning.

Verschillende diersoorten hebben deze vaardigheden in verschillende mate. Bij mensen zijn ze zo goed ontwikkeld dat muziek maken en ermee bewegen intrinsiek leuk voelt; we doen het uit onszelf. De apen in dit onderzoek hadden blijkbaar alle vier de vaardigheden ook, maar die moesten eerst aan elkaar gekoppeld worden door training en beloning.

Niet helemaal zoals mensen

De onderzoekers laten wel weten dat apen niet zomaar in het wild op muziek gaan zitten tikken. De twee proefapen moesten maandenlang intensief getraind worden en vonden de taak zwaar. Waar mensen graag duizenden uren in een muziekinstrument steken omdat het leuk is, gebeurt dat bij apen niet vanzelf. Ook waren de apen minder nauwkeurig dan de achttien menselijke vrijwilligers die dezelfde taak deden, hoewel het verschil bij muziek met een minder duidelijke beat kleiner was.

Toch opent dit onderzoek deuren. Het betekent vooral dat we apen kunnen gebruiken om te bestuderen hoe de hersenen ritme verwerken. Dat is iets wat nu vooral bij vogels wordt onderzocht. Dat is belangrijk, want de hersenen van apen lijken veel meer op die van mensen dan de hersenen van vogels.