Geschreven door MrJingles op 27-09-2025 om 16:21.
Oude koeien uit de sloot halen is nooit een goed idee. Meestal een behoorlijk rommelige aangelegenheid. Maar goed, aangezien er in de beschouwingen van zowel Seven als Liberate The Unborn Inhumanity geen woord over geschreven is, zullen we het volgende hier toch kort behandelen. Vlak voor het uitkomen van het zevende album (met de te verwachten titel hierboven) werd bekend dat langgediende gitarist en liedjessmid Andy Gillion de band zou verlaten… of de band werd uitgezet, het is maar vanuit welk kamp je het bekijkt. Hoe dan ook, dit kenmerkte het einde van een tijdperk aangezien Andy van 2011 tot 2021 bij de band betrokken was en in die periode grotendeels het schrijven van de songs op zich nam. Al snel werd duidelijk dat – op de drummer na en de toetsenist zit er ook niet bij – alle bandleden van het eerste uur zouden terugkeren. Het eerste wapenfeit was Liberate the Unborn Inhumanity, waarbij het beste materiaal van de eerste drie albums – in de oude bandsamenstelling dus – opnieuw werd opgenomen en van nieuw elan werd voorzien. Nu vinden we met Darkness Invisible het eerste wapenfeit dat volledig uit nieuw materiaal bestaat.

Voor wie het nog niet weet: Mors Principium Est komt uit Finland en maakt goede melodische death metal zoals alleen de bewoners van het land der duizend meren dat kunnen. De band zet daar echter wel een stuk technisch gitaarvernuft op hoge snelheid tegenover, die maar weinigen in het genre hen na kunnen doen. Na een korte demonische introductie (man, man, man, hier zit je toch al meteen helemaal te watertanden?) en rustige sectie gaat met opener Of Death het pedaal vervolgens vol door de bodem met overstuurde thrashy melodeath en technische gitaarladders. Het refrein is groots en vol bombast, zoals we dat wel gewend zijn van andere Finse broeders. Richting het tweede refrein gaan de snelheden door het dak en volgen de gitaarpartijen een ongekend technisch patroon. Wat een uiterst gecontroleerd geweld wordt hier tentoongesteld. Hier wordt duidelijk dat Mors Principium Est zijn geluid met zeer technische melodeath zeker niet uit het oog (of oor) is verloren door de personele wisselingen, maar hier toch een grotere mate van urgentie en agressiviteit in weet te brengen. Dat laatste pakt direct door met de chaotische opening van Venator. Hier komt de Finse melodische powerdeath ook nog even om de hoek kijken, waarbij dit weer doet denken aan Brymir of Children Of Bodom. Het tempo zit er goed op en door de korte speelduur vliegt het nummer voorbij.
Mors Principium Est speelt op dit nieuwe album goed met wisselingen in dynamiek, waarbij meer uitgerekte nummers en kortere toevoegingen elkaar opvolgen. Deze variatie tussen de nummers werkt erg prettig en zorgt daarmee voor veel afwisseling. Met Monuments krijgen we namelijk juist weer een langere compositie vol opbouw en epiek. Ditmaal gaat het tempo ook een stuk omlaag en krijgen de gitaren ruim baan om zich te onderscheiden in een perfect liefdesspel met de symfonische klanken. De jankende gitaren tijdens het refrein zijn ontzettend lekker, net als de leidende gitaarsectie die meerdere keren groots terugkeert. Ook in de rest van het nummer kunnen de gitaristen al hun vingerspieren trainen. Een heus metalen monument! In het kader van dynamiek is het met Tenebrae Latebra tijd voor een sprookjesachtig intermezzo. Het nummer bloeit prachtig open met symfonische pracht en praal en etherische vrouwenzang. Betoverend allicht, al is dit alles natuurlijk de opmaat voor het epische Summoning The Dark, dat direct fel van start gaat met furieuze drums en gitaren. Dit tweeluik doet sterk denken aan Wintersun en weet het niveau van die andere Finse band ook makkelijk aan te tikken. Voor het eerst worden de diepe grunts van Ville Viljanen prominent ingezet en dat smaakt naar meer. Ook naar het einde krijg het nummer een donkere inslag mee met progressieve death, dreigende riffs en venijnige grunts. Een geweldig nummer! Hiermee weet Mors Principium Est toch buiten de eigen horizon te treden. De nieuwe – of ja, in feite oude – bandleden weten daarmee echt een frisse wind in de muzikale composities te brengen.
We vervolgen de reis met Beyond The Horizon. Dit nummer start nog rustig en vol dramatiek, maar gaat al snel over in een agressieve maalstroom van technische gitaarladders: symfonische tech-death! Wederom een zeer sterk nummer met beukende ritmes en stuwende agressiviteit. De storm gaat even liggen met een symfonisch rustpunt. De deathcore-achtige breakdown voel je van verre aankomen, maar wordt niet minder smakelijk uitgevoerd en past ook binnen het karakter van het nummer. De core-invloeden wordt ook ingezet op The Rivers Of Avernus. De groovy inslag zorgt voor een ietwat formulematig nummer, maar de technische gitaarlijnen zorgen ook voor een zeer verslavend en plakkerig karakter. Ook nu wordt de epiek niet geschuwd en maakt de gitaarsolo naar het einde de slotsom dat we wederom een sterk nummer te pakken hebben. Met In Sleep There Is Peace bekruipt voor het eerst het gevoel dat dit meer van hetzelfde is, maar ook nu luistert het desalniettemin goed weg. We krijgen nog maar eens een lekker episch refrein en meer dan prima soleerwerk. Eigenlijk niks mis mee, maar het springt er niet uit ten opzichte van de rest van het album.
Net als op Tenebrae Latebra krijgen we met An Aria Of The Damned een klassiek gedragen intermezzo. Ditmaal met operazang onder donkere instrumentale begeleiding van de piano en strijkers. Deze broeiende duisternis moet zondermeer naar iets zwaars leiden. En dat doet het natuurlijk ook! Na een korte inleiding beuken de logge riffs op All Life Is Evil zich een weg door het nummer onder begeleiding van brute grunts en onheilspellende achtergrondgeluiden. De zangeres uit het vorige tussennummer keert terug in de middensectie en verzorgt vervolgens samen met de diepe grunts van Ville en andermaal een geslaagde gitaarsolo voor een sfeervolle tweede helft van het nummer. Ook dit behoort zonder meer tot het betere werk van het album. Het afsluitende Makso Mittä Makso (een cover) doet vanwege de speelduur en haast folkloristische start kortstondig denken dat dit een symfonisch einde van het album gaat inluiden. Mors Principium Est trapt echter nog een keer vol het thrashy pedaal in en pompt er nog een paar knallende riffs doorheen. Uiteraard is het refrein ook nu weer groots. Gaaf dat dit nummer volledig in het Fins wordt gezongen.
Mors Principium Est is maar weer eens uit de dood opgestaan. Het blijft knap hoe de band, die in het verleden ook met personele wisselingen te maken heeft gehad, een zeer consistent niveau in geluid en kwaliteit weet te behalen. Dit nieuwe album is daar andermaal het klinkende bewijs van. Het is daarmee ook vreemd dat deze band minder bekendheid heeft in de metalen wereld. Wellicht komt het door de overdaad aan kwalitatieve melodische deathmetalbands uit Finland, waar de hoogste dichtheid van metalbands per hoofd van de bevolking ter wereld te vinden is. Hoe dan ook kan dit Darkness Invisible zich meten met de beste melodische death metal die dit jaar is uitgekomen en zou de plaat er misschien wel met de titel vandoor kunnen gaan.

Score:
88/100
Label:
Perception, 2025
Tracklisting:
- Of Death
- Venator
- Monuments
- Tenebrae Latebra
- Summoning The Dark
- The Rivers Of Avernus
- In Sleep There Is Peace
- An Aria Of The Damned
- All Life Is Evil
- Makso Mitä Makso
Line-up:
- Ville Viljanen – Zang
- Jori Haukio – Gitaar
- Jarkko Kokko – Gitaar
- Teemu Heinola – Basgitaar
- Marko Tommila – Drums
Links: