Johan wijst een foto in de vitrine aan.
“Dat ben ik in 1945. De bevrijding. Mijn vader had de hele etalage vol met die zilveren vliegtuigjes en Wilhelmina’s staan, en alle oude vlaggen die we nog hadden.”
Er is nog veel meer. “Zo’n zilveren kievitje, of een leuk antiek scheepje. Dat vind je toch nergens?”
“Daar staat een theepotje uit 1860, vond ik ergens op een beurs. Dat hoort erbij, is nog van Reijnders. Dat linker zilveren molentje is van oom Ferdinand, en dat andere molentje heeft mijn vader nog gemaakt.”