EenVandaag sprak met meerdere schoolbesturen. Zij zien dat criminelen leerlingen op school ronselen en maken zich grote zorgen over kwetsbare kinderen en jongeren die steeds verder afglijden in de zware criminaliteit. Maar hier in het openbaar over te vertellen, dat durven directeuren niet.
Drugs dealen op schoolplein
Om in kaart te brengen hoe het ronselen op scholen precies gebeurt, heeft Leon Meijs op verzoek van EenVandaag meerdere schoolbesturen benaderd. Meijs is oprichter van stichting WijSchool, een organisatie die scholen adviseert over criminele invloeden in de klas. Het gaat om basisscholen en middelbare scholen, verspreid over het hele land. Zonder uitzondering geven zij aan dat het ronselen in de klas plaatsvindt en dat het probleem alleen maar erger is geworden in de afgelopen 5 jaar.
De voorbeelden zijn schokkend. Zo zijn er kinderen in groep 7 die drugs dealen op het schoolplein. Of neem de scholier die ernstig bedreigd wordt omdat hij met zijn illegale vapehandel in de problemen is gekomen. Ook zijn er verhalen bekend van oudere leerlingen die jongere schoolgenoten op social media afpersen onder dreiging van zwaar geweld.
Lastig thema
Meijer ziet ‘veel koudwatervrees’ bij scholen. “Dit is een ongelooflijk lastig thema. Want als je hier als schoolbestuur openlijk over praat, dan zeg je dus dat deze criminaliteit zich ook op jouw schoolplein afspeelt.”
Ik weet zeker dat enkele leerlingen in groep 7 pakketjes drugs bezorgen
Schooldirecteur basisschool (anoniem)
En dat kan volgens hem ‘een hoop’ betekenen voor het imago van een school. “Terwijl het helemaal niet hoeft te betekenen dat het een slechte school is”, benadrukt hij. “Want het eerlijke verhaal is dat dit op bijna alle scholen speelt. Dat is de bittere realiteit.”
Heftige realiteit
Meijs is niet verbaasd over wat hij hoort van de scholen. “Dit zijn voorbeelden waar ik wekelijks tegenaan loop bij scholen waar ik op bezoek ga. Dus in die zin schrik hier niet van”, legt hij uit. “Deze voorbeelden laten een wereld zien die veel mensen nog niet zien. En die een deel van de mensen ook niet willen zien.” Maar het is volgens hem voor jongeren de dagelijkse werkelijkheid. “Hier kunnen we niet langer voor weg lopen.”
“Waar ik nog wel regelmatig van schrik, is met welke mate van geweld deze jonge leerlingen worden bedreigd en afgeperst. Bedenk wel: we hebben hier over kinderen van 13, 14, 15 jaar oud, soms nog jonger”, gaat hij verder. “De realiteit waarin deze jongeren opgroeien, dat vind ik wel heel heftig. Deze jongeren zijn gewoon letterlijk aan overleven, omdat hun veiligheid op het spel staat.”
In de problemen
Want er ‘gewoon’ uit stappen, dat zit er niet in. “Je moet je voorstellen: als jongeren hierin terechtkomen, dan worden ze door ronselaars gezien als verdienmodellen”, vertelt Meijs. “Een leerling van 13 die een crimineel klusje heeft uitgevoerd zit vaak al na de eerste keer vast in de klauwen van deze criminelen. Dus dat betekent dat ze zo’n jochie van 13 ook niet meer laten lopen.”
Als een jongere eruit wil, heeft die volgens Meijs dus een ‘enorm probleem’. “Dan worden hij en zijn familie bedreigd, ook online. Dat gebeurt zo erg dat het leven van zo’n jongen een hel wordt. Want hard geweld wordt zeker niet geschuwd in deze kringen”, legt hij uit. “En laten we niet naïef zijn: dit is in behoorlijk wat scholen en wijken in Nederland de mores op dit moment.”
Vuurwerk in de vuilnisbak
Eric van ’t Zelfde werkte bijna 25 jaar in het onderwijs, waarvan 15 jaar als rector op meerdere scholen door het land. Hij noemt de ronselpraktijken op scholen een ‘megagroot probleem’. Als schooldirecteur heeft hij het letterlijk onder zijn ogen zien gebeuren, vertelt hij.
“Ik heb gezien dan een jonge leerling slecht was in economie, maar wel al een volwaardig bedrijf in lachgas runde. Of jongeren die een vuilnisbak op school in de fik staken en daar vervolgens een cobra in gooiden. Of een leerling die in de pauze coke zat te snuiven op het schoolplein”, somt Van ’t Zelfde op. “Ik heb het allemaal meegemaakt.”
Ouders moeten opletten
Ouders moeten volgens hem dan ook niet naïef zijn. “Ouders die denken dat dit niet kan gebeuren met hun kinderen moeten echt beter in contact proberen te staan met ze”, vindt hij. “Want hun kinderen hebben echt alles al gezien en voorbij zien komen op het schoolplein.”
“Ze weten precies wie er dealt en waar het gebeurt, wie er in de problemen zitten en wie er aan het einde van de dag in een Volkswagen Polo stapt met drie gasten erin die hem staan op te wachten”, benadrukt Van ’t Zelfde. “Dus het spijt me dat ik het moet zeggen, maar ouders die denken dat hun kinderen dit niet zal overkomen, die zijn echt naïef.”
Imago hoog houden
Volgens Van ’t Zelfde is crimineel ronselen op scholen zo’n groot probleem dat besturen het niet eerlijk durven te erkennen. Want het imago van de school is heilig, weet hij als oud-rector. “Iedere school is bezig met het aantal leerlingen dat zich aanmeldt”, legt hij uit. “Je moet bedenken: een school in het voortgezet onderwijs krijgt ongeveer 9.000 euro per leerling per jaar.”
Open gesprek voeren
“We dreigen echt een deel van de leerlingen te verliezen als we niet meer oog krijgen voor de omvang van dit probleem”, waarschuwt schooladviseur Meijs. “Het gaat er ook helemaal niet om dat docenten niet goed zijn in hun werk, hun intenties zijn bijna altijd goed. Ze willen hun leerlingen helpen, maar ze weten simpelweg niet wat ze moeten doen.”
“Daarom is het zo belangrijk dat we leerkrachten gaan begeleiden”, benadrukt Meijs. “Hoe kun je risicosignalen herkennen bij leerlingen? En hoe voer je open een gesprek hierover, zonder te veroordelen? Daar is echt nog een wereld te winnen.”
Scherper op signalen zijn
Ook Van ’t Zelfde vindt dat scholen veel scherper moeten worden op het ronselen van jongeren. “Het is je taak als docent of bestuurder om dit gedrag te herkennen. Als je ziet dat een leerling opeens hele dure kleding aan heeft of veel contant geld op zak heeft, dan moet je misschien eens zo’n kind apart nemen.”
“En ik zeg niet dit gemakkelijk is hè”, voegt hij daaraan toe. “Want uiteindelijk moet zo’n leerling het vertrouwen voelen om erover te praten en dat kan nogal gevaarlijk zijn. Dus open praten over wat er echt aan de hand is, is verdomd lastig. Maar dat is wel de enige weg.”
Moedige beslissingen nemen
Tot slot helpt het volgens de oud-rector ook als schoolbesturen een beetje burgerlijk ongehoorzaam durven te zijn wanneer ze merken dat een leerling in de problemen zit. Van ’t Zelfde geeft een voorbeeld: “Ik wist dat een meisje op mijn school diep in de problemen zat. Dus ik wilde met mijn zorgteam over haar situatie vergaderen. Eigenlijk mocht ik alleen informatie delen als er toestemming was van de ouders. Maar dat zat bij deze leerling precies het probleem.”
Als privacywetgeving ingrijpen lastig maakt maar een leerling duidelijk hulp nodig heeft, moet een schoolbestuur ‘moed tonen’, vindt hij. In zo’n geval moet de veiligheid van een leerling wat hem betreft voorrang krijgen. “Je moet altijd het belang van je leerlingen op 1 zetten.”
De anonieme uitspraken in dit artikel zijn gedaan tegen Leon Meijs van Stichting WijSchool, die in opdracht van EenVandaag een rondgang bij meerdere basis- en middelbare scholen heeft gedaan.