Aardgas blijft voorlopig nodig
Anders gezegd: ondanks de ambitieuze waterstofplannen blijven we voorlopig afhankelijk van aardgas. De schatting is nu dat het waterstofnetwerk voor 67 procent uit bestaande aardgasleidingen zal bestaan. De overige 33 procent zal nieuw moeten worden aangelegd.

Duurzaamheidseisen
Daarnaast zijn er nieuwe duurzaamheidseisen waar de bouwers rekening mee moeten houden. Toch denkt Gasunie dat het netwerk in 2032 in gebruik kan worden genomen. Dat is twee jaar later dan de oorspronkelijke planning. Het deel in Groningen zou eind 2029 al af moeten zijn, inclusief de opslag bij Zuidwending.

Internationale ontwikkelingen
De aanleg van het waterstofnetwerk speelt een belangrijke rol in de energietransitie. Veel energie-intensieve bedrijven zijn nu nog aangewezen op aardgas. Sinds het stopzetten van de winning uit het grote Groninger gasveld is Nederland veel meer aangewezen op import. Door te switchen naar waterstof wordt ons land minder afhankelijk van de gevolgen van internationale ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne. 

‘Grijze’ waterstof (zie kader) wordt al op grote schaal toegepast in de chemische industrie en bijvoorbeeld bij de productie van kunstmest. Maar de voorkeur gaat uit naar waterstof die met windenergie wordt gemaakt, omdat dit zonder CO2-uitstoot gepaard gaat. Maar deze ‘groene’ waterstof is duur en bovendien tot nu toe nauwelijks voorhanden.