Meer dan een overzicht

Het boek is niet simpelweg een overzicht van beschikbare technologieën. Waar het vooral om gaat, zijn de competenties die professionals in zorg en welzijn nodig hebben om met die technologieën om te kunnen gaan. Dit op zo’n manier dat hun werk er makkelijker, efficiënter en beter van wordt. Om wat voor technologieën gaat het in dit verband? “Aan de ene kant kun je denken aan elektronische patiënten- of cliëntendossiers,” zegt Marjolein, “die je gebruikt om gegevens makkelijker tussen professionals uit te wisselen. Maar aan de andere kant kan het ook gaan om de inzet van robotica of virtual reality. VR kan bijvoorbeeld worden gebruikt om ouders in complexe scheidingen te ondersteunen, zodat zij zich beter kunnen inleven in de gevoelens van hun kind.”

De technologieën die op dit moment voor zorg en welzijn beschikbaar zijn, kunnen niet in elke situatie worden toegepast. “We kijken vanuit een kritische houding in welke context, voor welke patiënten of in welke situatie technologie wel of niet de oplossing is,” reageert Marjolein. “In het laatste geval is het belangrijk – ook als organisatie – om te kunnen onderbouwen waarom je technologie soms ook niet inzet.”

Bloedsuikerspiegel

Het bekend zijn met verschillende technologieën en de beschikbaarheid ervan, kan worden gezien als een van de basiscompetenties die in het boek aan bod komen. Dit volgens de theorie van het V-model, dat recent is geüpdatet door het lectoraat Technology, Health & Care in samenwerking met andere partijen. Een stap verder biedt het boek ook verdiepende competenties, die zich meer richten op professionals die vooroplopen op het gebied van technologische ontwikkelingen. Zij zouden bijvoorbeeld als ambassadeurs kunnen optreden en collega’s kunnen inspireren en ondersteunen bij de inzet van technologie. 

In bredere zin geldt dat iedere situatie in zorg en welzijn om een andere aanpak vraagt, waarbij technologie voor de één de oplossing kan zijn en voor de ander misschien juist niet. Zo is het voor patiënten met diabetes mogelijk om hun bloedsuikerspiegel continu te meten met behulp van sensoren op het lichaam. Voor sommige patiënten zorgt dit voor een gevoel van controle; andere patiënten krijgen door deze constante monitoring vooral een gevoel van onrust.