Een terugblik op het kunstjaar 2025, ik vind het ingewikkeld. Het was een jaar vol heftige meningen en polarisatie – zoveel is zeker. Moet je daar dan nog weer een mening aan toevoegen? Of snakken we juist allemaal naar witruimte? Stilte? Nuance?
De buitenwereld bonkte in 2025 – in de gedaante van demonstranten soms zelfs letterlijk – op vele deuren. Afgelopen zondag nog, bij het met rode verf begooide Concertgebouw, eerder dit jaar bij Paradiso en het Rijksmuseum. De politisering van de kunstwereld signaleerden we ook al in 2023 en 2024, maar dit jaar was de ophef veelvormiger, heftiger en ingrijpender. Als je „censuur” intikt op trends.google, slaat de grafiek over 2025 uit met scherpe pieken. In de Verenigde Staten was er censuur op progressief museumbeleid, in Europa ontbrak Gaza-gerelateerde kunst op de Berlinale en werd de politieke theatermaker Milo Rau in Servië geweerd van het festival in Belgrado.
Censuur, protest, polarisatie. Als iemand me straks op Oudejaarsavond naar mijn piek-ervaringen van 2025 vraagt, mag ik dan nog „gewoon” concerten en exposities noemen, of is dat toondoof? Als ik eerlijk ben, werkte kunstbeleving misschien júíst dit jaar ook vaak als een persoonlijk antidotum voor de ‘hypernerveuze samenleving’. Wat lachten de mensen veel op straat in de jaren vijftig! (expo Jean Tinguely). Wat bizar dat ze een eeuw geleden in Parijs naaktmodellen onbeschermd lieten menstrueren omdat dat „natuurlijk” was, zoals kunstenares Hanna-Hirsch Pauli in een brief schrijft op de geweldige, aan haar leven en werk gewijde tentoonstelling in Stockholm. En wat een moodboost is geniale muziek toch (Bachs Weihnachtsoratorium door het Nederlands Kamerkoor, dinsdagavond). „Onmisbaar voor de mentale kersthygiëne”, zegt mijn concertgenoot.
„Een essay over 2025? Vraag ChatGPT om hulp”, adviseert mijn jongste dochter (15). „Niet om óver te schrijven, dat is meer iets voor scholieren zoals ik. Maar je komt toch vaak op nieuwe ideeën.”
Ach, waarom niet? ChatGPT heeft dit jaar wel meer bruikbaar advies gegeven – al ging dat meestal over trivia als koele zomervakantiebestemmingen.
„Hoi Chat! Gedraag je als een cultuurjournalist die een essay wil schrijven over de kunstwereld in 2025. Welke elementen mogen niet ontbreken?”
Chat noemt trefzeker een reeks elementen. Geopolitieke en sociale spanning(en). Migratie. Klimaat. Oorlog. Subsidies die steeds meer worden gekoppeld aan waarden als inclusie en maatschappelijke impact. Dekolonisatie van kunstcollecties. Sancties en censuur. AI. Zíjn conclusie is helder: „A-politieke kunst is in 2025 onmogelijk, want zelfs weigeren om positie in te nemen is een positie.”
Ja, dat is waar. En dat zag je het hele jaar.
DecemberFruitmes
Mijn fruitmes mag niet mee naar binnen bij de geweldige overzichtsexpositie van schilder Gerhard Richter in Parijs. De suppoost van de Fondation Louis Vuitton pakt hem hoffelijk af, plakt er een garderobenummertje aan en geeft hem na afloop weer terug – in een keurig zakje. Nog een observatie: wie zoekt naar inspiratie voor indrukwekkende brilmonturen (octagonaal!) moet hier zijn. Maar ik ben hier niet voor brilinspiratie, maar om me te laven aan geweldige schilderijen. Toch? Nee, niet uitsluitend. De nasmaak van de expositie (*****, een dagtocht meer dan waard) is getrapte bewondering. Allereerst voor Richters ambachtelijke meesterschap. Dat malse, levensechte groene gras in Grünes Feld! Je voelt het vruchtbaar-verzadigd je reuk kriebelen. En hoe tactiel en springlevend is het portret van dochter Betty met haar vlecht en haar capuchonvestje.
Maar het meesterschap is ook instrumenteel, betekenisvol. Voor de fotografische, uitgevaagd-tijdloze portretten die Richter beroemd maakten, maar ook voor een werk als Stadtbild (1968). Als je de museumzaal binnenloopt, zie je de stad. Stap je dichterbij, dan zie je alleen nog verf, strepen, abstractie. Het duurt even voor je de beeltenis weer herkent. Richter bespeelt je geloof in het gelijk van de eigen waarneming. Dat lijkt me een les waar je ook buiten het museum iets aan hebt.

Gerhard Richter, Gudrun, 1987 (CR 633)
Zoom in
NovemberDoodvriezen
Het International Documentary Festival Amsterdam (IDFA) – grootste documentairefestival ter wereld – wordt gewonnen door A Fox Under A Pink Moon van de Iraanse documentairemaker Mehrdad Oskouei. Je stapt in de leefwereld van de 16-jarige Afghaanse kunstenares Soraya Akhlaghi – al heb je niet meteen door dat ze zó jong is. Met haar smartphone filmt ze de pogingen om vanuit Iran via Turkije naar Griekenland te vluchten. De vluchtomstandigheden zijn ijzingwekkend: eerst bijna doodvriezen in het bos, daarna met je rugzak tientallen kilometers teruglopen als de vlucht is mislukt. In Teheran wacht echtgenoot Ali, die slaat. „Ik praat niet meer, want niemand luisterde”, zegt Soraya.
Kunst is ook haar panacee. „Nu teken ik mijn pijn, mijn zorgen, mijn geluk, mijn angsten – en ik maak er kunst van”, zegt ze. Demonskoppen van papier-maché, magische tekeningen met tentakels. En een vosje onder een paarse hemel. Soraya Akhlaghi slaagde er gelukkig uiteindelijk in om te vluchten, ze woont in Berlijn. Maar ondanks die troost blijft de film zwaar wegen. Iran. Gaza. Soedan. Oekraïne. Wat weet je ervan, in je rode pluchen stoeltje in Amsterdam? Wat moet je vinden en wat kun je doen? Een vriend zamelt kerstcadeaus in voor kinderen in Oekraïne. De meeste jongetjes vragen een drone.

Still uit ‘A Fox under a Pink Moon’.
Zoom in
Een concert van pianiste Elisabeth Leonskaja in Muziekgebouw Eindhoven wordt geannuleerd, omdat ze met Poetin-vriend en altviolist Joeri Basjmet deze maand óók optreedt voor Russische soldaten. Een logische afzegging, volgens de richtlijn van de Europese concertzalen. Maar op het programma in Moskou stond ook Schuberts suite uit Het Zwanenmeer. En „wanneer het Zwanenmeer klinkt, weet bijna elke Rus wat er bedoeld wordt; het is een aanklacht tegen het Poetin-regime”, lees ik dezelfde week in NRC. Weer die vraag. Wat zie je, wat weet je, wat moet je vinden?
Oktober / septemberCulturele boycot
Een verhit debat ontbrandt over de culturele boycot van Israël. Meer dan 300 culturele instellingen en ruim 800 kunstenaars uit Nederland en België zetten er hun naam onder. Als kunstenaar of kunstinstelling kún je niet neutraal blijven bij de zeer ernstige schendingen van internationaal recht in Gaza, sinds september door de Verenigde Naties benoemd als genocide, stellen de ondertekenaars. Onder wie níét het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Hun chef-dirigent Lahav Shani, tevens chef van het Israël Philharmonic Orchestra, leidde gewoon de geplande concerten – ook nadat het festival in Gent Shani wél heeft afgezegd, omdat „muziek een bron van verbinding en verzoening zou moeten zijn”. Shani pareert dat in de Belgische pers: „Ze hebben die uitspraak van alle betekenis ontnomen door van mij te eisen dat ik een politieke verklaring zou afleggen, terwijl ik me al lange tijd en publiekelijk inzet voor vrede en verzoening”, zei hij. En later, op de Israëlische tv: „Ze wilden dat ik de ‘genocide’ zou benoemen. Maar al heb ik kritiek op onze regering, concertpodia in Europa zijn niet de plaats voor mij om te zeggen wat ik vind.”
Rapduo Bob Vylan denkt daar in september anders over. De band is omstreden sinds die op Glastonbury met het publiek „Death to the IDF’ (dood aan het Israëlische leger) scandeerde – waarop de tournee in de VS werd geannuleerd. Ook in de Amsterdamse popzaal Paradiso wordt het statement door de zaal als één koor geroepen. De NRC-recensie van het concert signaleert „een balans tussen entertainment en boodschap”, en oogst daarmee zelf verdeeldheid: boze lezersmails, een paar opzeggingen. Een recensie met vier ballen voor een concert met zulke heftige statements, vinden zij onbegrijpelijk. Een recensie was het verkeerde genre voor de beladen avond, oordeelt de NRC-ombudsman later. Maar wat langer bijblijft dan de recensie, de nieuwsanalyse , de lezersbrieven of de ombudsman is de emotionaliteit van het debat over Vylans uitspraken, die later door het OM niet strafbaar worden bevonden.
Je niet gehoord voelen – dat is 2025 in vier woorden. Een cynicus zou toevoegen: dát gevoel deelde dan tenminste iedereen.

De Londense punkband Bob Vylan treedt op in het Nijmeegse poppodium Doornroosje.
Foto ANP
Zoom in
Juli/AugustusHet Amerikaanse verhaal
De activismezomer van 2025 heeft een lange aanloop. Kneecap, hiphoptrio uit Belfast, trapt hem in de lente af op Coachella door „Fuck Israel. Free Palestine!” te roepen. Volgt: Bob Vylan. Op festivals als Into The Great Wide Open, Best Kept Secret, Pinkpop en Lowlands kun je niet om de rode T-shirts heen.
In de VS vaardigt president Trump een decreet uit dat de Smithsonian-musea verplicht stelt „inhoudelijke correcties door te voeren en verdeeldheid zaaiende of ideologisch gedreven taal te vervangen door verbindende, historisch accurate en constructieve beschrijvingen […] en het omarmen van een visie die is geworteld in de kracht, breedte en prestaties van het Amerikaanse verhaal”. Maar wat is ‘hét’ Amerikaanse verhaal? En hoe verhoudt dat zich tot migratie? In het Noord-Franse Roubaix – een industriestad met veel migranten – maakt de Nederlandse straatkunstenaar Judith de Leeuw een 42 meter hoge muurschildering van het Vrijheidsbeeld dat de ogen bedekt in schaamte.
Op HBO bekijk ik de documentaire And so it goes over de Amerikaanse singer-songwriter Billy Joel. Joel zegt dat hij „het nooit leuk heeft gevonden om politiek te worden op het podium”. In een interview naar aanleiding van de documentaire legt de zelf ook weer omstreden komiek Bill Maher Joel zijn oude liedje ‘Angry Young Man’ voor: „I believe I’ve passed the age, of consciousness and righteous rage, I found that just surviving was a noble fight. I once believed in causes too, I had my pointless point of view, and life went on no matter who was wrong or right.” [„Ik geloof dat ik de leeftijd van bewustzijn en rechtschapen woede voorbij ben. Ik heb ontdekt dat overleven op zich al een nobele strijd is. Ooit geloofde ook ik in idealen, ik had mijn eigen, zinloze standpunt, en het leven ging gewoon door, ongeacht wie er gelijk of ongelijk had.”]
De tekst voelt actueel, zegt Maher, behalve dan dat je met zo’n stellingname anno 2025 snel wordt weggezet als een… „Boomer!”, vult Joel aan. En tóch wil hij vanuit elk standpunt blijven „proberen ook het andere standpunt te snappen. Waarom denken mensen er zo over?”

‘Rubbing/Loving, Seoul Home’: de afdruk van het ouderlijk huis van Do Ho Suh, in Tate Modern.
Foto Jai Monaghan
Zoom in
JuniThomas Mann
In Achtung, Europa! – een verzameling in vertaling heruitgebrachte, opnieuw relevante essays van schrijver Thomas Mann (1875-1955 ) van net voor de Tweede Wereldoorlog , lees ik: „En overigens is de moraal, voor zover zij afbreuk doet aan de spontaneïteit en de onschuld van het leven, niet per se de zaak van de kunstenaar.” Maar dat waren de jaren dertig, wij leven nu. In zijn voorwoord schrijft Arnon Grunberg: „Inmiddels is de moraal de hoofdschotel van menig kunstenaar en schrijver, de rest is gewoon versiering, maar ook deze tijd zal voorbijgaan.” En verder, zegt hij, kun je maar beter voorbereid zijn. Door Mann te lezen, en je af te vragen „hoe je het gaat doen als de kip zijn ei heeft uitgebroed”.
In Parijs zie ik een overzichtstentoonstelling van kunstenaar David Hockney (1937) en blijf lang staan voor Pictures at an Exhibition (2021), een groepsportret van allerlei mensen in een tentoonstellingsruimte. De een is vol aandacht voor de kunst, anderen hebben meer aandacht voor elkaar. De één leunt, een ander gesticuleert. Van Hockneys registratie van al die verschillende individuen gaat iets zeer liefdevols uit. Ik neem me voor om voortaan ook zo om me heen te kijken. Niet kijken, maar zien.
Mei Grijstinten zijn bedolven
In Rotterdam opent migratiemuseum Fenix. Het gebouw met zijn veelbesproken hoogglanzende „tornado” heeft de X-factor maar de collectie komt wat onsamenhangend over. Kunst gemixt met migratieobjecten; wie zou dit museum een tweede keer bezoeken? Dat vereist ijzersterke tijdelijke tentoonstellingen.
In Tate Modern in Londen zie ik – over migratie gesproken – een expo van de Zuid-Koreaanse kunstenaar Do Ho Suh die verpletterende indruk maakt. Op rijstpapier je ouderlijk huis ‘overtrekken’ of dat huis als 3D-miniatuur uitprinten; het is – net als bij Gerhard Richter – de mix van een betekenisvol concept en monnikenwerk dat je omver blaast. ’s Avonds trakteer ik mezelf op Romeo and Juliet bij The Royal Ballet. De dans is sensationeel en de muziek heerlijk, maar in mijn hoofd echoot na hoe dirigent Valery Gergjev in 2021 precies deze Prokofjev-muziek in Rotterdam liet klinken. Zo intens, „als een slager die een bot klieft”, dat gaan we hier nooit meer beleven. Gergjev heeft zijn keuze voor Rusland gemaakt, de grijstinten van ooit zijn voorgoed bedolven onder Poetins bombardementen. Maar zijn Prokofjev was onvergetelijk.
April/MaartEuro-trots
Voor de kunstomnivoor is het een rijke lente. De documentaire No Other Land, die een rauw beeld schetst van vernietiging en geweld door IDF en kolonisten op de Westelijke Jordaanoever, wint een Oscar. Tijdens redactievergaderingen zijn Gaza, de VS en de kantelende wereldorde een vast onderwerp. Ik vergaap me aan de details in werken van Anselm Kiefer in het Van Gogh Museum. Ervaar wellustig taalgenot bij Shakespeares Hamlet door vader Jacob (rijp, subliem) en zoon Roman Derwig (energiek, aanstekelijk). En wordt tijdens een grootse uitvoering van het Requiem van Verdi onder leiding van scheidend NedPhO-chef Lorenzo Viotto bevangen door een merkwaardig, niet zo eerder beleefd gevoel van Euro-trots. Ik wil nergens anders zijn dan hier.
Januari / februariFrench 75
In Washington treedt Donald Trump aan als president. Op de redactie bekijken we de inauguratie. ,,De gouden eeuw van de VS begint nu”, zegt Trump – die later daadwerkelijk het Oval Office van gouden ornamenten laat voorzien. Trumps MAGA-superlatieven komen niet onverwacht, zijn lompe stompen naar de vorige regering wel. Ik neem me voor dit jaar de Europese omgang met Amerikaanse kunst in de gaten te houden. Gaan we daar anders naar kijken? Is een actiefilm als Rush Hour 4 nog te verteren als je weet dat Trump erbij betrokken was?
Maar het voornemen ontsnapt me al in de eerste weken van het jaar. Er is híér te veel aan de hand. De kunstroof in Assen! En dan; de VS zijn zoveel groter dan Trump. De best bekeken film in Nederland zal eind 2025 opnieuw een Amerikaanse actiefilm blijken, maar het is ‘paranoia-thriller’ One Battle After Another van Paul Thomas Anderson. Die gaat – kortweg – over de strijd tussen linkse en rechtse extremisten. De film is geen kolfje naar Trumps hand; hij eindigt met hoop voor het overleven van de linkse idealen van de revolutionaire groep French 75.
French 75 is ook de naam van een cocktail, lees ik op internet. Gin, champagne, citroensap en suiker. Ik noteer hem voor Oudejaarsavond, als we met vrienden het jaar doornemen. En proosten op een nieuw.
Correctie (17 december 2025 om 20.04 uur): In een eerdere versie van dit artikel stond dat in het Van Gogh Museum vroeg werk van Anselm Kiefer hing. Dat klopt niet en is hierboven aangepast.
De beste cultuur van 2025 volgens NRC
Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
NIEUW: Geef dit artikel cadeau
Als NRC-abonnee kun je elke maand 10 artikelen cadeau geven aan iemand zonder NRC-abonnement. De ontvanger kan het artikel direct lezen, zonder betaalmuur.
De journalistieke principes van NRC