Een aankomend vuurwerkverbod? De zaken gaan heel goed voor Tristen Haagsma (27) van Scooter Centre Slinge. Al sinds 5.00 uur is hij met zo’n zes collega’s bezig met het klaarmaken van online bestellingen. Om 8.00 uur gingen de deuren open. Klanten die online vuurwerk hebben besteld, krijgen een tijdslot toegewezen om hun bestelling op te halen. Zo probeert de winkelier de drukte te spreiden en iedereen zo goed mogelijk te helpen.
Een van de klanten is Jeroen Bosmans (56), al zestien jaar vaste klant. Dit jaar rekent hij zo’n 700 euro af. Het vuurwerk steekt hij niet zelf aan, dat doen zijn kinderen terwijl hij erbij staat. Over een landelijk vuurwerkverbod maakt Bosmans zich weinig zorgen. Volgens hem is zo’n verbod nauwelijks te handhaven en zal er volgend jaar alleen maar meer vuurwerk worden afgestoken. „Ik denk dat volgend jaar gewoon massaal geknald wordt. Ik denk nog erger.” Ook als de regels strenger worden: „Dan kopen mensen het gewoon over de grens.” Vuurwerk hoort volgens hem nu eenmaal bij Oud en Nieuw, hij gelooft niet dat mensen zomaar zullen stoppen.
Uit een peiling van Kieskompas en persbureau ANP blijkt dat twee derde van de Nederlanders wel voelt voor een landelijk vuurwerkverbod. Vooral 65-plussers zijn voor een verbod, jongeren zijn verdeeld.
Lees ook
Politie: geen signalen van grote onrust tijdens jaarwisseling

Verkoop
Vanochtend is in het hele land de verkoop van vuurwerk begonnen. Online bestellen kon al vanaf november. Ook in Rotterdam, waar het afsteken van consumentenvuurwerk uit ‘de categorie F2‘ al sinds 2020 het hele jaar verboden is. Alleen ‘F1-vuurwerk’, het zogeheten kindervuurwerk zoals sterretjes en knalerwten, mag het hele jaar door worden afgestoken.
Eerder dit jaar stemde de Tweede Kamer in met de initiatiefwet Veilige jaarwisseling van GroenLinks-PvdA en de Partij voor de Dieren. Volgens de indieners legt de huidige manier waarop Oud en Nieuw wordt gevierd een te zware druk op veiligheid, zorg en milieu. Die zorgen sluiten aan bij de cijfers rond vuurwerkletsel. Afgelopen jaar meldden zich ruim elfhonderd mensen met verwondingen bij huisartsenposten en spoedeisende hulpen, iets minder dan het jaar daarvoor, terwijl in steeds meer gemeenten een afsteekverbod geldt.
Lees ook
Nu mag vuurwerk nog. Hoe ziet volgend jaar eruit?

Volgens verkoper Haagsma is het beeld rond vuurwerk de afgelopen jaren sterk veranderd. „Als je het woord vuurwerk zegt, horen mensen gelijk illegaal”, zegt hij. Dat beeld doet volgens hem geen recht aan wat er in de winkel wordt verkocht. „Dit is allemaal legaal en gekeurd.” De problemen, zoals geweld tegen hulpverleners, ziet hij niet als een gevolg van het legale vuurwerk. Volgens Haagsma gaat het daarbij vooral om zwaar, illegaal knalvuurwerk dat uit het buitenland komt. Hij vindt het daarom tegenstrijdig dat legale verkoop wordt beperkt, terwijl het illegale circuit blijft bestaan.
„Veel mensen die hier komen, onze vaste klanten, nemen hun kinderen mee. Vader, moeder, oma, soms allemaal tegelijk”, zegt hij. Samen kiezen ze volgens hem bewust voor legaal vuurwerk en weten ze wat ze hun kinderen geven. Bij illegaal vuurwerk is die zekerheid er niet. „Dan heb je die controle niet”, zegt Haagsma.
Wol en haakgaren
Verderop in Rotterdam-Charlois, bij Elo Vuurwerk Rotterdam, liggen normaal bollen wol en haakgaren, nu zijn de schappen afgedekt. Een rij klanten schuifelt naar voren. Zijn de jongens al zestien? Oh, ze hebben een volwassen broer mee. Eén van hen belt naar huis om te vragen of hij nog zo’n doos van 13 euro mag. Vaak zijn het vaders met tienerzonen, maar er lopen ook gezinnen met jonge meisjes rond die op zoek zijn naar sterretjes. Met vier kassa’s en veel personeel op de vloer wordt de drukte opgevangen.
Achter de toonbank helpt Petra Meyer (56) mee. Zij huurt het pand voor haar wolwinkel, maar staat tijdens de drie verkoopdagen met haar man en zoon in de vuurwerkzaak. In de multiculturele wijk komen ook mensen met een buitenlandse nationaliteit langs. Veel van hen spreken de Nederlandse taal niet of nauwelijks, zegt Meyer. Dan neemt ze extra de tijd om het één en ander uit te leggen.
Dat is nodig, zegt ze, want veel klanten kennen de Nederlandse vuurwerkwetgeving niet. „Dan moet je uitleggen dat ze nog even moeten wachten tot de laatste drie dagen van het jaar.” Vooral naar zwaar knalvuurwerk wordt gevraagd. „Die ‘big boom’ waar mensen het over hebben, dat zijn Cobra’s. Die verkopen we niet.”
De zaak wordt gerund door Loek Klaare (58), die al 29 jaar vuurwerk verkoopt. Hij ziet ook weinig in een landelijk verbod. „Het is niet te handhaven”, zegt hij. Klaare vreest dat strengere regels vooral averechts werken. „Het rotje dat nu naar een hulpverlener wordt gegooid, wordt straks een Cobra. Willen we dat?”
Nieuw vuurwerk
Rond het middaguur moeten de klanten even naar buiten. Een bus komt nieuw vuurwerk leveren. Dat gebeurt een paar keer per dag, de komende dagen. De winkel mag maar een beperkte hoeveelheid vuurwerk tegelijk op voorraad hebben, dus wordt er steeds bijgevuld.
Jen Calister (37) wacht even tot de levering voorbij is. Ze haalde haar vuurwerk eerder online; voor zo’n 50 euro kocht ze siervuurwerk, „mooie lichtjes met kleuren”, dat ze zelf afsteekt, samen met familie. Van een mogelijk landelijk vuurwerkverbod ligt ze niet wakker. „Ik snap waarom mensen een verbod willen”, zegt ze, „maar je moet er gewoon verantwoordelijk mee omgaan.”
Zelf heeft ze geen problemen met vuurwerk en ziet ze geen reden om ermee te stoppen. „Ik vind het wel leuk hoor”, zegt ze. „Het is even wat anders.”
Lees ook
Hoe Oud en Nieuw een ‘giftige cocktail’ werd

Geef cadeau
Deel
Mail de redactie
De journalistieke principes van NRC