De Verenigde Staten beloven dit jaar 2 miljard dollar beschikbaar te stellen voor humanitaire hulp via de Verenigde Naties. Dat melden internationale media maandag. Het nieuwe bedrag is een stuk minder dan voorgaande jaren; zo gaven de VS in 2022 nog zo’n 17 miljard dollar. Jeremy Lewin, de functionaris van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken die verantwoordelijk is voor buitenlandse hulp, zei dat VN-agentschappen zich moeten „aanpassen of sterven”.

De VS uitten al langer heftige beschuldigingen jegens de VN. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio zei maandag in een bericht op X dat het VN-systeem moet veranderen. Belastinggeld mag niet langer worden gebruikt voor „verspilling, anti-Amerikanisme of inefficiëntie”. Hij wil minder bureaucratie en meer impact, verantwoording en toezicht. Volgens Rubio zouden andere ontwikkelde landen een groter deel van de lasten moeten dragen.

Klimaatprojecten

Aan het geld dat de VS wel hebben toegezegd zijn voorwaarden verbonden. Zo mag het slechts naar zeventien landen gaan, waaronder Haïti, Syrië en Soedan. Jemen en Afghanistan worden voortaan uitgesloten. Ook mag geen geld uitgegeven worden aan projecten die gericht zijn op het aanpakken van klimaatverandering.

De VN-chef voor humanitaire zaken Tom Fletcher noemde de Amerikaanse bijdrage ondanks het lagere bedrag „een mijlpaal”, schrijft persbureau AP. Hij zei dat hij een maand geleden nog had verwacht dat het bedrag nul zou zijn.

In zijn tweede termijn heeft de Amerikaanse president Donald Trump, die vooral vindt dat humanitaire hulp de Amerikaanse belangen moet dienen, steun aan andere landen sterk teruggeschroefd. Dit jaar gaven de VS miljarden minder uit aan VN-organisaties. Door de verminderde geldstroom van de VS werden organisaties gedwongen te bezuinigen op projecten en personeel en verdwenen duizenden banen.

Ook Europese landen beknibbelen steeds meer op ontwikkelingshulp, waardoor zij verder af komen te staan van de binnen de VN afgesproken norm om 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking te besteden. Mede daardoor is de steun aan het VN-noodhulpcoördinatiebureau OCHA gedaald naar het laagste niveau in tien jaar.

Ook Nederland blijft al geruime tijd onder die norm. Sinds 2013 wordt de 0,7 procent niet meer gehaald en het kabinet-Schoof heeft bovendien 2,4 miljard euro bezuinigd op internationale ontwikkelingshulp. Rob Jetten (D66) en Henri Bontenbal (CDA) hebben in hun tussenverslag van de formatie aangegeven dat dat „anders” moet. Beide partijen willen zich in elk geval weer committeren aan de VN-norm voor ontwikkelingssamenwerking van 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen.

Lees ook

Hoewel de nood hoog blijft, korten Europese landen flink op ontwikkelingshulp

Er wordt voedsel uitgedeeld bij een lokaal liefdadigheidscentrum in Sana’a, Jemen. In Jemen lopen een „half miljoen vrouwen en kinderen gezondheidszorg mis”, aldus een onderzoek van een Britse parlementaire commissie over bezuinigingen op ontwikkelingshulp.

Liveblog
Amerikaanse politiek

’CIA voerde drone-aanval uit op dok voor vermeende drugssmokkelboten in Venezuela’

Geef cadeau

Deel

Mail de redactie

De journalistieke principes van NRC