Het vliegtuigje dat in maart neerstortte in Nieuwlande, crashte met de neus naar beneden. Dat meldt de politie nu het onderzoek naar het ongeluk is afgerond.

Bij de crash kwamen de twee inzittenden om het leven: een 67-jarige man uit Hoogeveen en een 56-jarige man uit Drachten. Het vliegtuig kwam neer op een akker aan de Brouwerswijk.

Het onderzoek daarna nam maanden in beslag. Daaruit blijkt nu dat de twee inzittenden vermoedelijk bezig waren met een zogeheten stall-oefening. De politie laat weten dat het toestel vervolgens op ‘relatief lage hoogte’ in een ‘overtrokken’ situatie is terechtgekomen.

Volgens luchtvaartdeskundige Joris Melkert van de TU Delft proberen piloten bij een stall-oefening steeds langzamer te vliegen. “Tot de luchtstroming zegt: nu houdt het op, want je hebt altijd voorwaartse snelheid nodig”, legt hij uit. “Als de aerodynamica niet meer werkt, duikt het vliegtuig met de neus omlaag. Dat moet je zien op te vangen.”

Wanneer piloten relatief laag in de lucht oefenen, is de kans op een fatale afloop groter omdat de tijd om te reageren kleiner is, zegt Melkert. “Overtrek op lage hoogte is een van de dodelijkste combinaties in de luchtvaart.”

De resultaten gaven volgens de politie geen aanleiding het onderzoek te richten op andere personen.