Dit jaar was er veel media-aandacht voor een groot aantal massaclaims, waarbij een collectief een rechtszaak aanspant omdat de betrokkenen soortgelijke schade hebben geleden. Deze claims, waarin meestal een stichting of vereniging een groep vertegenwoordigt, gaan gepaard met eisen voor schadevergoedingen die kunnen oplopen tot in de miljoenen of zelfs miljarden euro’s.
Een recent voorbeeld is de 330.000 omwonenden die staalfabrikant Tata Steel voor de rechter slepen om een schadevergoeding te eisen voor ‘jarenlange blootstelling aan schadelijke uitstoot, overlast en onzekerheid’. De claim bedraagt zeker 1,4 miljard euro, meldde Stichting Frisse Wind in december.
Hoewel het misschien lijkt alsof er in 2025 sprake was van een stortvloed aan massaclaims, is daar volgens advocaat en universitair docent aansprakelijkheidsrecht Kirsten Maes geen bewijs voor.
Sinds 2020 geldt wel een nieuwe wet, Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA). Deze wet maakt het mogelijk om als collectief, vaak namens honderden of duizenden mensen, een schadevergoeding te verhalen op een partij. Hierdoor hoeven individuen zelf geen hoge kosten te betalen of procesrisico’s te lopen.
Met de WAMCA is het makkelijker en toegankelijker om een massaclaim te starten tegen grote bedrijven en instanties. Omdat de media berichten over deze claims, is het fenomeen ook zichtbaarder geworden. Dit motiveert mensen om zich ook aan te sluiten wanneer een zaak hen aangaat.
Als voorbeeld gebruikt Maes de claim tegen Booking.com, dat voor de rechter is gesleept vanwege vermeend machtsmisbruik en misleiding van consumenten. “Heel veel Nederlanders hebben in de afgelopen jaren wel eens een overnachting via Booking.com geboekt. Bij het zien van het nieuws over de claim denken veel van hen: ‘Ik ben mogelijk ook benadeeld, ik kan ook aansluiten’.”
Of een massaclaim een kans van slagen heeft, verschilt volgens Maes per zaak. De rechtbank wees eerder deze maand een claim van maximaal 900 miljoen euro af tegen een producent van siliconen borstimplantaten Allergan, tegenwoordig Abbvie. Vrouwenrechtorganisatie Bureau Clara Wichmann (BCW) stapte in 2022 namens 60.000 vrouwen naar de rechter vanwege gebrekkige implantaten.
Onder de nieuwe wet is nog geen collectieve schadevergoeding toegewezen. Wel kwam het al vaker tot een schikking, waarbij twee partijen een overeenkomst sluiten zonder dat het tot een uitspraak van de rechter komt.
Huis- tuin- en keukenclaims
Niet alleen massaclaims winnen in Nederland aan bekendheid. Dat geldt ook voor kleinere claims die gaan over dagelijkse ongemakken, merkt Maes op. “Mensen kunnen pech en dagelijks ongemak minder goed verdragen en zoeken sneller naar mogelijkheden om daarvoor compensatie te krijgen”, verklaart ze.
De pijlen zijn in dit soort zaken niet alleen gericht op de overheid en multinationals, maar ook andere instanties zoals scholen, sportclubs en zorginstellingen. Zo klaagde een man een Twentse hondenschool aan nadat hij was uitgegleden over een onvoldoende opgedweild hondenplasje en zijn arm op drie plaatsen brak. Volgens de man had de hondenschool een zorgplicht. Hij stapte daarom naar de rechter, die stelde de school aansprakelijk. De man kreeg een schadevergoeding van zo’n 5400 euro.
Maes merkt ook een verschuiving van de verantwoordelijkheid op. Waar het bij dit soort claims eerder vaak ging over wie de schade veroorzaakte, gaat het tegenwoordig steeds vaker om wie die schade had moeten voorkomen. Ze plaatst dit tegen de achtergrond van toenemend wantrouwen jegens sommige instellingen, zoals de overheid. Maar ook speelt mee dat deze grotere instellingen vaak beter verzekerd zijn en meer mogelijkheden bieden om geld te verhalen dan bij een particuliere dader.
Amerikaanse toestanden
Vooral grotere instanties, die een goede verzekering en voldoende liquiditeit hebben, vrezen dat de Amerikaanse claimcultuur in Nederland voet aan de grond krijgt. Maar volgens Maes loopt het nog niet zo’n vaart. Zoals eerder genoemd is er geen bewijs voor een explosieve groei van het aantal claims in 2025.
Daarnaast kent Nederland, in tegenstelling tot de Verenigde Staten, geen zogenoemde punitive damages. “Hier wordt gekeken naar de schade die iemand heeft geleden en de aansprakelijke partij moet die schade compenseren, maar in de VS kan daar nog een extra bedrag bovenop komen, wat kan leiden tot ‘jackpotvergoedingen'”, legt Maes uit.
Het te veel te denken in termen van daders en fouten heeft wel een keerzijde, omdat dit tot maatschappelijke verharding en verkramping kan leiden, zegt zij. Toch dienen de aansprakelijkheidsdiscussies volgens Maes ook zeker een goed doel. “We zijn kritischer en mondiger. We laten niet zomaar alles gebeuren: we stellen fouten en onjuist beleid eerder aan de kaak en spreken betrokken partijen daar ook op aan. Het is belangrijk om dat te blijven doen.”
Om de claimcultuur niet uit de hand te laten lopen, is het wel belangrijk om te blijven vertrouwen in de rechtspraak, stelt de Maes. Ook vindt ze eigen verantwoordelijkheid van belang. “Niet elk probleem hoeven we te vertalen in schade en schuld. We moeten het verschil blijven zien tussen schade en pech. Het recht biedt een antwoord op misstanden, maar niet alles wat misgaat vraagt om een schadevergoeding.”