In het nieuwe centrum in Eindhoven gaan straks 700 onderzoekers werken aan de ontwikkeling van de nieuwste technieken die nodig zijn voor de computerchips van toekomst. Dit doet de Technische Universiteit Eindhoven samen met bedrijven zoals ASML en NXP, zodat de nieuwe vondsten snel met het bedrijfsleven gedeeld kunnen worden.
Mega-investeringen
Analisten zijn het erover eens: de landen die de beste chips en hightechsystemen kunnen produceren, die hebben de komende jaren de macht op het wereldtoneel. Chips zitten in wasmachines, computers en auto’s, maar de beste chips zijn vooral erg belangrijk in de ontwikkeling van het nieuwe digitale goud: kunstmatige intelligentie.
Hoe meer rekenkracht een land heeft, hoe slimmer de AI die het kan ontwikkelen. In de VS en China investeren bedrijven tientallen miljarden euro’s in de ontwikkeling van nieuwe chips. Alleen al de Amerikaanse chipmaker NVIDIA kondigde recent aan 100 miljard dollar te investeren in AI-chips; een bedrag waar Europese partijen alleen maar van kunnen dromen.
Onafhankelijkheid
Het gevaar is dat Europa de boot mist. Dat zou betekenen dat Nederland en de EU geopolitiek nog afhankelijker worden en dit zorgt dan ook voor minder welvaart. Want de economische groei zit op dit moment vooral in AI en hightech. Het draait eigenlijk allemaal om de vraag: waar kunnen we als Nederland over 10 jaar ons geld mee verdienen?
Maaike Okano-Heijmans doet onderzoek naar de Geopolitiek van Technologie en Digitalisering op Instituut Clingendael in Den Haag. Vanuit Europa komen goede plannen, maar zij vindt dat de Nederlandse politiek structureel te weinig met deze vraag bezig is. “De visie op de toekomst mist echt.” De onderzoeker wil dat politici zich minder richten op de waan van de dag en meer op de toekomst van de Nederlandse economie.
Unieke kans
Wat dat betreft vindt Okano-Heijmans het project in Eindhoven een stap in de goede richting. “Om te voorkomen dat we een kolonie worden, moeten we ook investeren in onze eigen spierballen. En dat is wat er nu gebeurt in Eindhoven.” Silvia Lenaerts, rector van de Technische Universiteit Eindhoven, vindt ook dat Nederland moet vertrouwen op de eigen kracht. “We hebben nog niet verloren van China en de VS”, benadrukt ze.
Lenaerts zegt dat wij in Nederland in de samenwerking tussen universiteiten en bedrijven, zoals in de Brainportregio rond Eindhoven, iets unieks in handen hebben. “Door deze samenwerking kunnen we echt snel zorgen voor innovatie. Denk bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van nieuwe materialen voor de nieuwste chips”, vervolgt Lenaerts. Op die manier kunnen Nederlandse bedrijven over 10 jaar nog steeds aan de top van de chipsector staan en geld verdienen.
Eigen eilandjes
In plaats van de grote investeringen die Amerikaanse en Chinese bedrijven kunnen krijgen, moet dat vooral gebeuren door bestaande teams met elkaar samen te laten werken. Nu werken nog te veel wetenschappers op hun eigen eilandje, zegt Lenaerts. “En dan helpt het niet om daar alleen maar veel geld tegenaan te smijten.”
Daarnaast moeten er ook mensen met een andere expertise meewerken, zegt ze. “We hebben technologisch vernuft nodig, maar ook teams van mensen die zien waar het gat in de markt is, die weten wie wat gaat betalen. Die zich afvragen: wat is de rol van de overheid? Hoe kunnen we hier echt een business bouwen? Dat is een andere competentie dan een goede onderzoeker zijn. En daar wordt vaak te weinig bij stilgestaan.”
Europese samenwerking
Veel analisten zijn somber over de toekomst van Europa op dit gebied, omdat elders veel geld geïnvesteerd wordt. Toch houdt Lenaerts vertrouwen.
“Samen met innovatieve regio’s in München, Leuven en Aken hebben we veel te bieden als we Europees samenwerken. Ik vind dat we soms iets te negatief zijn, ik zie veel mooie initiatieven.”