Het OM deed jarenlang onderzoek naar de persoonlijke betrokkenheid van Hamers, die van 2013 tot en met 2020 topman bij ING was. In hoeverre was hij verantwoordelijk voor de honderden miljoenen euro’s die via ING-rekeningen konden worden witgewassen tussen 2010 en 2016?

Schandaal

De bank deed er in die tijd niet genoeg aan om het witwassen te voorkomen en overtrad hierbij de wet. ING was onder andere te laks in het klantonderzoek en deed te weinig met signalen dat er iets niet in de haak was. Het OM stelde dat de betreffende afdeling onderbezet was en de werknemers onvoldoende opgeleid.

Daardoor liep de staat belastinginkomsten mis, kon crimineel geld in omloop worden gebracht én profiteerde ING van de omzet. 

Schikking

ING trof in 2018 een schikking met het OM van 775 miljoen euro. Individuele personen, zoals Hamers, zouden niet vervolgd worden. Tot in 2020 activist Pieter Lakeman het via het hof toch voor elkaar kreeg dat het OM Hamers strafrechtelijk moest vervolgen.

Het gerechtshof oordeelde destijds dat ‘ook bestuurders van een bank niet vrijuit gaan als zij feitelijke leiding hebben gegeven aan ernstige verboden gedragingen’. Het OM werd daarom door het hof bevolen tot een vervolging van Hamers.

Eindoordeel

Na het horen van een groot aantal getuigen door de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) besloot het OM eind vorig jaar dat er toch echt te weinig bewijs was voor de zaak. Met deze informatie keerde het OM terug naar het hof. Vandaag wijst dat het verzoek van het OM om Hamers toch niet te vervolgen dan eindelijk toe.

De redenen die het hof geeft: de zaak begint te verjaren, het voortzetten van de vervolging zal het OM en de rechtspraak veel capaciteit kosten en ING heeft al geschikt en de bedrijfsvoering verbeterd. Bovendien vindt het hof dat hun aanvankelijke beslissing om Hamers wél te vervolgen, alsnog de norm heeft bevestigd dat ook bestuurders van een bank niet vrijuit gaan als zij hun verantwoordelijkheid niet nemen.